Symbolen op het LCD-beeldscherm
Symbool
Betekenis
Alarmindicator: De gemeten waarden zijn tijdens de configuratie binnen de aangegeven grenzen.
Er is geen hoog/laag alarm ingesteld.
Alarmindicator: De gemeten waarden worden tijdens de configuratie overschreden.
Opname is gestopt.
Bezig met opnemen.
Opname is onderbroken.
Apparaat is klaar om op te nemen: Apparaat is geconfigureerd, en opname is nog niet gestart. Het
P
verdwijnt eenmaal de datalogger opneemt.
Batterijsymbool: Vol batterijvermogen
Batterijsymbool: Voldoende batterijvermogen
Batterijsymbool: Laag batterijvermogen, vervang de batterij
ºC
Eenheid voor temperatuur
ID
Logger-ID
MAX/MIN
Maximum/minimum meting
USB
Verbonden met computer.
USB PDF
Verbonden met computer en PDF-rapport aan het genereren.
Geeft aan dat de pauzefunctie voor het limietalarm ingeschakeld is.
PAUSE
MODE
Geeft aan dat er een startmodus werd gekozen. Het wordt weergegeven voordat de opname start.
START
MODE
Geeft aan dat er een stopmodus werd gekozen. Het wordt weergegeven voordat de opname stopt.
STOP
TIME
Geeft de resterende tijd voor de start van de opname aan.
START
TIME
Geeft de resterende tijd voor het einde van de opname aan.
STOP
Klaar om de opname te starten door de ENTER (7) knop enkele seconden ingedrukt te houden.
(Selecteer "START BIJ DRUKKEN OP DE KNOP" als "STARTVOORWAARDE VAN OPNAME"
tijdens de configuratie.)
Opname kan worden gestopt door de ENTER (7) knop enkele seconden ingedrukt te houden.
(Selecteer "STOPKNOP" als "STOPWIJZE" tijdens de configuratie.)
Klaar om pauzefunctie van limiet te activeren door de ENTER (7) knop enkele seconden ingedrukt
/
te houden.
93