12. Overzicht van de werkingsmodi, instellingen en
aanduidingen op het LCD-beeldscherm
a) Werkingsmodi en instellingen
Voor het uitvoeren van de volgende configuratie-instellingen, raadpleeg "METING" opties - "BASISINSTELLING" op
pagina 99.
Modus 1
Registreren start onmiddellijk
Functie
Registreren stopt wanneer geheugen vol is.
Selecteer "ONMIDDELLIJK TOT GEHEUGEN VOL" als "STARTVOORWAARDE VAN OPNAME".
Instelling
Modus 2
Registreren start onmiddellijk
Functie
Registreren stopt wanneer ENTER (7) enkele seconden wordt ingedrukt.
Selecteer "ONMIDDELLIJK TOT GEHEUGEN VOL" als "STARTVOORWAARDE VAN OPNAME".
Instelling
Selecteer "STOPKNOP" als "STOPWIJZE"
Modus 3
Registreren start onmiddellijk
Functie
Registreren stopt na genereren van PDF-rapport.
Selecteer "ONMIDDELLIJK TOT GEHEUGEN VOL" als "STARTVOORWAARDE VAN OPNAME".
Instelling
Selecteer "NA MAKEN VAN PDF" als "STOPWIJZE".
Modus 4
Registreren start wanneer ENTER (7) enkele seconden wordt ingedrukt.
Functie
Registreren stopt wanneer geheugen vol is.
Selecteer "START BIJ DRUKKEN OP DE KNOP" als "STARTVOORWAARDE VAN OPNAME".
Instelling
Modus 5
Functie
Registreren start en stopt wanneer ENTER (7) enkele seconden wordt ingedrukt.
Selecteer "START BIJ DRUKKEN OP DE KNOP" als "STARTVOORWAARDE VAN OPNAME".
Instelling
Selecteer "STOPKNOP" als "STOPWIJZE"
Modus 6
Registreren start wanneer ENTER (7) enkele seconden wordt ingedrukt.
Functie
Registreren stopt na genereren van PDF-rapport.
Selecteer "START BIJ DRUKKEN OP DE KNOP" als "STARTVOORWAARDE VAN OPNAME".
Instelling
Selecteer "NA MAKEN VAN PDF" als "STOPWIJZE".
103