MENU 7.1.7 - KOELING (WARMTEPOMP MET
KOELFUNCTIE VEREIST)
Dit menu bevat submenu's waar u geavanceerde instel-
lingen kunt invoeren voor tijdens koeling.
MENU 7.1.7.1 - KOELINGSINSTELLINGEN
Max. compressors in actieve koeling
Instelbereik: 1 – max. aantal
Superkoeling
Instelbereik: aan/uit
Max. compressors in actieve koeling
Hier stelt u het maximale aantal compressors in dat ge-
bruikt kan worden voor koeling als er meerdere compres-
sors beschikbaar zijn.
Superkoeling
Als superkoeling is geactiveerd, geeft de installatie prio-
riteit aan de productie van koeling met behulp van de
warmtepomp op hetzelfde moment dat er warmtapwa-
ter wordt geproduceerd door de bijverwarming in de
boiler.
MENU 7.1.7.2 - VOCHTIGHEIDSREGELING
Wordt alleen weergegeven als er een vochtsensor is
geïnstalleerd en als koeling is geselecteerd.
Voorkomen van condensatie in kou
Instelbereik: aan/uit
Beperk RH in kou
Instelbereik: aan/uit
Voorkomen van condensatie in kou
Als deze functie is geactiveerd, wordt condensatie in
de leidingen voorkomen.
Beperk RH in kou
Als deze functie is geactiveerd, wordt de temperatuur
geregeld om de gewenste relatieve vochtigheid (RH) te
bereiken.
MENU 7.1.8 - ALARM
In dit menu kunt u instellingen invoeren voor de veilig-
heidsmaatregelen die SMO S40 uitvoert in geval van
een storing.
NIBE SMO S40
MENU 7.1.8.1 - ALARMHANDELINGEN
Kamertemperatuur verlagen
Instelbereik: aan/uit
Stop produceren WW
Instelbereik: aan/uit
Audiosignaal in het geval van een alarm
Instelbereik: aan/uit
Selecteer hier hoe u wilt dat de SMO S40 u waarschuwt
dat er een alarm op het display wordt weergegeven.
De verschillende alternatieven zijn dat de SMO S40 stopt
met het produceren van warmtapwater en/of de kamer-
temperatuur verlaagt.
LET OP!
Als er geen alarmhandeling is geselecteerd,
kan dit leiden tot een hoger energieverbruik bij
een storing.
MENU 7.1.8.2 - NOODSTAND
Stappen bijverwarming
Instelbereik: 0 – 3
Shuntgeregelde bijverwarming
Alternatief: aan/uit
In dit menu voert u instellingen in voor de manier waarop
de bijverwarming wordt geregeld in de noodstand.
LET OP!
In de noodstand wordt het display uitgescha-
keld. Indien u meent dat de geselecteerde in-
stellingen niet toereikend zijn, kunt u deze niet
wijzigen.
MENU 7.1.9 - VERMOGENSREGELING
Zekeringgrootte
Instelbereik: 1 – 400 A
Transformatieverhouding
Instelbereik: 300 – 3 000
Hier stelt u de zekeringgrootte en transformatieverhou-
ding voor het systeem in. De transformatieverhouding
is de factor die wordt gebruikt om de gemeten spanning
om te zetten in stroom.
MENU 7.1.10 - SYSTEEMINSTELLINGEN
U voert hier de diverse systeeminstellingen voor uw in-
stallatie in.
Hoofdstuk 9 | Regeling – Menu's
57