Snelheidsregeling : Hier stelt u in of de laadpomp auto-
matisch of handmatig moet worden geregeld. Selecteer
"Auto" voor optimaal bedrijf.
Snelheid in stand-bymodus: Hier stelt u de snelheid van
de laadpomp tijdens de stand-bymodus in. De stand-
bymodus treedt op wanneer verwarming of koeling is
toegestaan en er op dat moment geen behoefte is aan
compressorbedrijf of elektrische bijverwarming.
Snelheidsregeling laadpomp: Hier stelt u in of de laad-
pomp automatisch of via handmatige snelheidsregeling
moet worden geregeld. Selecteer "Auto" voor optimaal
bedrijf.
Handmatige snelheid, laadpomp: Als u hebt gekozen
voor het handmatig regelen van de laadpomp, stelt u de
gewenste pompsnelheid hier in. (Instellingen beschik-
baar per vraag naar verwarming/zwembad/warmtapwa-
ter/koeling.)
Laagst toegestane snelheid: Hier kunt u de pompsnel-
heid limiteren, zodat de laadpomp niet bij een lagere
snelheid dan de ingestelde waarde mag werken.
Maximaal toegestane snelheid: Hier kunt u de pompsnel-
heid limiteren, zodat de laadpomp niet bij een hogere
snelheid dan de ingestelde waarde mag werken.
MENU 7.1.2.5 - DEBIETINSTELLING
LAADPOMP
Pompinstelling
Activeren debiettest
De debiettest voor de laadpomp (GP12) kan hier geacti-
veerd worden
Debietinstelling laadpomp
Controleer of de doorstroomsnelheid voor de laadpomp
door de warmtepomp voldoende is. Activeer de
stroomtest voor het meten van delta T (verschil tussen
aanvoer- en retourleidingtemperaturen van de warmte-
pomp). De test is in orde als delta T onder de parameter
op het display ligt.
Als het temperatuurverschil boven de parameter ligt,
stelt u de doorstroomsnelheid voor de laadpomp bij door
de druk te verlagen of, in het slechtste geval, de laad-
pomp te vervangen tot de test in orde is.
MENU 7.1.5 - BIJVERWARMING
Dit menu bevat submenu's waar u geavanceerde instel-
lingen voor de bijverwarming kunt invoeren.
MENU 7.1.5.1 - BIJVERWARMING
Hier kunt u instellingen verrichten voor aangesloten bij-
verwarming (bijverwarming met stapregeling of shunt-
regeling).
Selecteer of er een bijverwarming met stapregeling of
shuntregeling is aangesloten. Vervolgens kunt u instel-
lingen verrichten voor de verschillende alternatieven.
NIBE SMO S40
Type bijverw: Stap-contr
Type bijverw
Alternatief: stapgeregeld/shuntgeregeld
Locatie
Alternatief: Na/Voor QN10
Bijverwarming in boiler
Alternatief: aan/uit
Activering van elektrisch verwarmingselement
in verwarming.
Alternatief: aan/uit
Max. stap
Instelbereik (binaire stappen gedeactiveerd): 0 – 3
Instelbereik (binaire stappen geactiveerd): 0 – 7
Binaire stappen
Alternatief: aan/uit
Locatie: Hier selecteert u of de stapgeregelde bijverwar-
ming voor of na de wisselklep voor warmtapwaterpro-
ductie zit (QN10). Van een stapgeregelde bijverwarming
is bijv. sprake als er een externe elektrische ketel is ge-
ïnstalleerd.
Bijverwarming in boiler Als er een elektrisch verwar-
mingselement is geïnstalleerd in de boiler, kan het
worden toegestaan warmtapwater te produceren op
hetzelfde moment dat de warmtepomp prioriteit geeft
aan verwarming of koeling.
Max. stap: U kunt hier instellen wat het maximale aantal
toegestane stappen voor de bijverwarming is, of er een
interne bijverwarming in de boiler zit (alleen beschikbaar
als de bijverwarming na de QN10 is geplaatst), of er bi-
naire stappen moeten worden gebruikt, wat de grootte
van de zekering is en wat de transformatieverhouding
is.
Als binaire stappen zijn gedeactiveerd (uit), hebben de
instellingen betrekking op lineaire stappen. Als de bijver-
warming na de QN10 is geplaatst, is het aantal stappen
beperkt tot twee lineaire stappen of drie binaire stappen.
Hoofdstuk 9 | Regeling – Menu's
55