Aansluitingen
Voorzichtig!
Om interferentie te voorkomen, mogen sens-
orkabels naar externe aansluitingen niet dichtbij
elektrische voedingskabels worden gelegd.
SPANNINGAANSLUITING
Elektrische spanning
De inkomende kabel moet worden aangesloten op
klemmenstrook AA100-X1. Aanhaalmoment: 0,5 – 0,6
Nm.
X1
X1
L N
Tariefregeling
Als er gedurende een bepaalde periode geen spanning
is naar de compressor in de lucht/water-pomp, moet dit
tegelijkertijd worden geblokkeerd via de te selecteren
ingangen, zie hoofdstuk
Mogelijke selecties voor
blokkering moet plaatsvinden bij de regelunit of bij de
lucht/water-warmtepomp; niet bij allebei tegelijk.
20
Hoofdstuk 5 | Elektrische aansluitingen
AA100
"Te selecteren in-/uitgangen –
AUX-ingangen". Compressor-
LAADPOMP VOOR WARMTEPOMP 1 EN 2
Sluit circulatiepomp (AA35-GP12.1-EB101) aan op
klemmenstrook AA100-X2 (PE), AA100-X3 (N) en AA100-
X5:3 (230 V).
Regelsignaal voor AA35-GP12.1-EB101 is aangesloten
op klemmenstrook AA100-X12:1 (Puls/0–10V) (PWM1)
en GND op een strook X13.
Als twee warmtepompen zijn aangesloten op SMO S40
moet de circulatiepomp (AA35-GP12.2-EB102) worden
aangesloten op klemmenstrook AA100-X2 (PE), AA100-
X3 (N) en AA100-X5:4 (230 V). Regelsignaal voor (AA35-
GP12.2-EB102) is aangesloten op klemmenstrook
AA100-X12:3 (Puls/0–10V) (PWM0) en GND op een
strook X13.
TIP
Er kunnen twee laadpompen worden aangeslo-
ten op en worden geregeld door SMO S40. Er
kunnen meer laadpompen worden aangesloten
AA2
als de accessoireprinten (AXC) worden ge-
bruikt, twee pompen per print.
AA100-X3
N
N
N
AA100-X2
PE
PE
PE
Styrmodul
SMO S40
Extern
Externt
AA35-GP12.1-EB101
AA100-X3
N
N
N
AA100-X2
PE
PE
PE
Styrmodul
SMO S40
Extern
Externt
AA35-GP12.2-EB102
AA100:X12
AA100:X13
1
2
3
AA100-X5
4
5
1
2
3
4
6
PE
N
L
AA100:X12
AA100:X13
1
2
3
AA100-X5
4
5
1
2
3
4
6
PE
N
L
NIBE SMO S40
GND
GND
GND
GND
GND
GND