8
ONDERHOUD EN SMERING
8.10 EIND VAN HET SEIZOEN of wanneer vereist
Vervanging hydraulisch filter
1.
Laat de middelse maaieenheid zakken ten
behoeve van betere toegang.
2.
Veeg de filterbak (A) en het filterhuis
schoon zodat er geen enkel vuil aanwezig
is.
3.
Zet een geschikte druippan op de
middelste maaieenheid.
4.
Schroef de bak los, verwijder het
oliefilterelement en ontdoe u ervan op
veilige wijze.
5.
Plaats een nieuw element.
6.
Breng op de bovenste buitenlip van de
filterbak een dun laagje olie aan en
monteer de bak weer met een
aandraaikoppel van 54 Nm, zoals
aangegeven op het decalplaatje.
7.
Start de motor en laat hem 15 seconden
stationair lopen.
8.
Zet de motor stil, inspecteer de filterbak op
lekkage en controleer het reservoir.
N.B.
Het is belangrijk dat bij filtervervanging
absoluut reine omstandigheden in acht
worden genomen.
Koelmiddelvervanging
1.
Laat het koelwater volledig weglopen via de
radiateuraftapplug (B) en spoel het
koelsysteem door met specifiek hiervoor
bestemd detergens.
2.
Controleer de radiateur,
cilinderkoppakking, aftapkraan enz. op
lekkage en losse aansluitingen.
3.
Vermeng antivrieskoelmiddel met water
volgens de gespecificeerde verhouding
alvorens het in de radiateur te gieten.
N.B.
Voor bijvulling van het koelsysteem dient
een 50/50 oplossing te worden gebruikt.
Controle van achterwiellagers (alleen bij
tweewielaandrijving).
1.
Krik de machine op en klamp de
achterkant stevig op de punten zoals
aangegeven in hoofdstuk 5.2.
2.
Controleer de lagers op speling.
3.
Waar dit het geval is dienen de stofkap en
splitpen te worden verwijderd en moet de
kroonmoer worden aangedraaid tot alle
speling is geëlimineerd.
nl-42
RANSOMES HIGHWAY 2130
VEILIGHEIDS-, BEDIENINGS-
EN ONDERHOUDSINSTRUCTIES
Versnellingsvoetpedaal en kabel
Inspecteer de kabel op schade en bewegingsvrijheid.
Draai de kabel volledig om te controleren of het
binnenelement in goede conditie is. Inspecteer de
buitenbekleding op schade en uitlijning. Corrigeer of
vervang indien nodig.