GEBRUIKSAANWIJZINGEN EN GEBRUIK VAN DE
De juiste potten en pannen kiezen
Gebruik geen recipiënt met een beschadigde of geronde
onderkant.
Zorg ervoor dat de diameter van de
recipiënten aangepast is aan de diameter
van het kookvuur en dat u de recipiënt in
het midden van het kookvuur plaatst.
Om de recipiënt te verplaatsen, mag u deze niet naar het werkblad
verschuiven, maar moet u deze optillen.
Plaats de kookpot in het midden van de verwarmingszone
Gebruiksadvies
Informatie vóór gebruik
Nadat de kookplaat onder spanning werd gezet, hoort u een geluidssignaal, de
vermogensindicatoren branden gedurende één seconde en gaan daarna uit, wat aangeeft dat
de vitrokeramische plaat kan worden gebruikt en in stand-bymodus gaat.
Ingebruikname
1 – Druk op toets 1 (Aan/Uit) om de vitrokeramische kookplaat in te schakelen.
Opmerking: Elke verwarmingszone werkt onafhankelijk van de andere
2 – Plaats het keukengerei in het midden van de zone die u wilt gebruiken.
Opmerking: Zorg ervoor dat de onderkant van de pan of de kookpot en het
oppervlak van de plaat schoon en droog zijn.
3 – Kies de kookzone (toets 5)
Kies het kookvermogen van het kookvuur door op de toetsen (2) '+' en '-' te
drukken
Opmerking: Als na 1 minuut nog geen vermogen werd gekozen, schakelt de
kookplaat zich automatisch uit. Begin opnieuw bij stap 1 om de kookplaat weer
in te schakelen.
Opmerking: Het verwarmingsvermogen kan op elk moment worden aangepast door op de
toetsen '+' en '-' te drukken
Belangrijk: Houd het kookvuur niet ingeschakeld zonder aangepast kookgerei op de plaat.
Belangrijk: Laat een kookplaat in werking nooit zonder toezicht achter.
1 – Verlaag het verwarmingsvermogen van het kookvuur door op de '-'-toetsen
te drukken tot er 0 komt te staan
2 – Druk op toets 2 (Aan/Uit) om de vitrokeramische kookplaat uit te
schakelen.
42