C-2
Algemene aanwijzingen ten aanzien van het werken met aanbrengmaterialen
Gevaar voor verbranding
Dampen en gassen
Substraat
Verwerkingstemperatuur
P/N 7146505A
Bij het werken met verwarmde materialen bestaat het gevaar voor
verbrandingen. Werk voorzichtig en draag de juiste beschermde uitrusting.
Zorg ervoor dat dampen en gassen de voorgeschreven grenswaarden niet
overschrijden. Dampen en gassen eventueel door passende installaties
afzuigen en/of voor voldoende ventilatie van de werkplek zorgen.
Het substraat moet vrij van stof, vet en vocht zijn. Door proberen het juiste
materiaal uitkiezen, de optimale verwerkingscondities vaststellen en de
eventueel de voor het substraat noodzakelijke voorbehandeling bepalen.
Bij op temperatuur gebrachte materialen is het aanhouden van de
voorgeschreven verwerkingstemperatuur bepalend voor de kwaliteit van de
aangebrachte laag of het aangebrachte patroon. Zij mag niet overschreden
worden! Oververhitting kan tot verkoling resp. ontleding van het materiaal
leiden, wat bedrijfsstoring of het uitvallen van apparatuur tot gevolg kan
hebben.
In principe moet materiaal behoedzaam worden gesmolten. Een langere,
onnodige temperatuurbelasting moet worden vermeden. Bij werkpauzes
behoort de temperatuur te worden verlaagd. De temperatuur in de tank
moet worden afgestemd op het materiaalverbruik. Zij is daarom bij een
hoog materiaalverbruik nagenoeg op de voorgeschreven verwerkings-
temperatuur, bij een lager verbruik overeenkomstig lager in te stellen.
Houd bij koud verwerken van materialen rekening met de invloed van
warmteoverdracht en omgevingstemperatuur; eventueel koelen.
VersaBlue_NW_Siemens
E 2008 Nordson Corporation