Dagelijks gebruik
WAARSCHUWING! Raadpleeg de
hoofdstukken Veiligheid.
Het apparaat aan- en uitzetten
Het hangt van het model of uw
apparaat knopsymbolen,
indicatielampjes of lampjes heeft:
•
Het indicatielampje gaat aan
wanneer de oven opwarmt.
•
Het lampje gaat aan als het apparaat
in werking is.
•
Het symbool geeft aan of de knop de
kookzones, de ovenfuncties of de
temperatuur bedient.
Ovenfuncties
Ovenfunctie
Gebruik van de accessoires
WAARSCHUWING! Raadpleeg de
hoofdstukken Veiligheid.
De accessoires plaatsen
Bakrooster:
Plaats het rooster tussen de geleidestangen van de
roostersteun en zorg ervoor dat de pootjes omlaag
staan.
6
Uit-stand
Traditionele bereid-
ing
Onderwarmte
Bovenverwarming
1. Zet de functieknop van de oven op een
ovenfunctie.
2. Draai de knop voor de temperatuur naar een
temperatuur.
3. Draai om het apparaat uit te schakelen, de knop
voor de ovenfuncties en de knop voor de
temperatuur in de uit-stand.
Het apparaat staat uit.
Voor het bakken en braden op 1 ovenniveau.
Voor het bakken van cake met een knapperige bodem en voor het in-
maken van voedsel.
Voor het bruin laten worden van taarten, gebak, brood. Voor het afbakk-
en van gare gerechten.
Bakplaat:
Schuif de bakplaat tussen de geleidestangen van de
roostersteun.
Applicatie