3 BELANGRIJKSTE KOPIEERFUNCTIES
4
Druk op de desbetreffende toetsen voor de invoer van informatie over de gegevens die
moeten worden opgeslagen. Druk daarna op [OK].
MFP LOKAAL: Druk hierop om de gegevens in de gedeelde map van het multifunctionele systeem op
te slaan.
NETWERK 1, NETWERK 2: Druk op een van de twee om de gegevens op te slaan in de gedeelde
map van een pc die via een netwerk met het multifunctionele systeem is verbonden.
U kunt er maximaal 2 selecteren uit [MFP LOKAAL], [NETWERK 1] en [NETWERK 2]. U kunt het
geselecteerde item annuleren door opnieuw op dezelfde toets te drukken.
Als een gebruiker die gemachtigd is de instelling van [NETWERK 1] en [NETWERK 2] te
wijzigen, een van beide toetsen heeft ingedrukt, verschijnt het menu voor het opgeven van een
index. Zie in dat geval voor het opgeven van de index:
P.95 "Instelling gedeelde map"
BEST.NAAM: Druk hierop voor de weergave van het bedieningspaneel op het scherm. Toets daarna
de bestandsnaam met maximaal 128 letters in.
De tekens aan het einde in een bestandsnaam (max. 74) kunnen eventueel worden verwijderd,
afhankelijk van het gebruikte type letters.
BEST.ORMAAT: Selecteer het bestandsformaat waarin de gegevens worden opgeslagen: PDF, TIFF
of XPS.
MULTI/ ENKEL: Deze dienen om aan te geven of de gegevens in een bestand van een of meer
pagina's worden opgeslagen. Wanneer "MEERV" wordt geselecteerd, worden alle gescande
gegevens als één bestand opgeslagen. Wanneer "ENKEL" wordt geselecteerd, wordt een map
aangemaakt en elke pagina van de gescande gegevens wordt als afzonderlijk bestand in de map
opgeslagen.
5
Druk op de [START]-toets op het bedieningspaneel.
Wanneer het origineel op het automatische documentinvoersysteem (optie) wordt geplaatst, start het
kopiëren en opslaan gelijktijdig.
Wanneer het origineel op de glasplaat wordt gelegd, dient als volgt te werk te worden gegaan.
6
Leg het volgende origineel op de glasplaat en druk vervolgens op [VLGND AFDR] op
het aanraakscherm of op de [START]-toets op het bedieningspaneel.
Herhaal deze stap totdat het scannen van alle originelen is voltooid.
7
Als alle originelen zijn gescand, drukt u op [OPDR. GEREED] op het aanraakscherm.
Het kopiëren en opslaan begint.
94
Opslaan als bestand uitvoeren