2 HET MAKEN VAN KOPIEËN
Kopiëren onderbreken en andere afdrukken maken
U kunt de huidige afdruktaak onderbreken voor het maken van andere afdrukken (kopiëren met
onderbreking). Wanneer de onderbroken taak weer wordt gestart, hoeven de kopieerinstellingen niet opnieuw
te worden geselecteerd omdat deze in het geheugen van het multifunctionele systeem zijn opgeslagen.
De volgende functies kunnen niet worden gebruikt in combinatie met "kopiëren met onderbreking":
Kopiëren met kaftbladen, kopiëren met speciaal invoegvel, taakopbouw, opslaan via e-Filing, opslaan
als bestand
Tijdens kopiëren met onderbreking kan er niet overgeschakeld worden naar een niet-kopieerfunctie,
zoals e-Filing, scannen, afdrukken of faxen. Als u de functie wilt wijzigen, druk dan eerst op de
[INTERRUPT]-toets om het kopiëren met onderbreking te wissen.
1
Druk op de [INTERRUPT]-toets op het
bedieningspaneel.
Er verschijnt "Taak onderbroken taak 1 opgeslagen.
"KOPIËREN (Interrupt)" wordt weergegeven op het scherm en
het lampje van de [INTERRUPT]-toets gaat branden.
Als het origineel wordt gescand, verschijnt de bovenstaande
melding na voltooiing van het scannen.
2
Vervang het origineel door een ander.
3
Selecteer naargelang nodig andere kopieerinstellingen en druk vervolgens op de
[START]-toets op het bedieningspaneel.
4
Druk opnieuw op de [INTERRUPT]-toets nadat de functie "kopiëren met onderbreking"
is beëindigd.
Er verschijnt "Gereed om taak 1 af te maken." en de onderbroken taak wordt hervat.
36
Afdrukken maken