2 HET MAKEN VAN KOPIEËN
Afdrukken maken
Basiskopieerprocedure
Maak afdrukken zoals hieronder beschreven.
1
1
Controleer of er (voldoende) papier in de papierlade(s) zit.
Voor de geschikte papiersoorten en -formaten alsmede het plaatsen ervan zie:
P.11 "Geschikt kopieerpapier"
P.14 "Papier in laden plaatsen"
P.21 "Papier in het grote papiermagazijn (optie) plaatsen"
2
Plaats de originelen.
Voor de formaten en soorten originelen alsmede het plaatsen ervan zie:
P.26 "Aanvaardbare originelen"
P.29 "Gebruik van het automatische documentinvoersysteem (optie)"
P.27 "Originelen op de glasplaat voor originelen leggen"
P.28 "Boeken"
3
Toets het gewenste aantal afdrukken in als u meer dan één afdruk wilt.
Druk op de [WISSEN]-toets op het bedieningspaneel om het ingetoetste aantal te annuleren.
4
Selecteer de kopieerinstellingen naar behoefte.
P.57 "BELANGRIJKSTE KOPIEERFUNCTIES"
P.97 "BEWERKINGSFUNCTIES"
P.133 "BEELDCORRECTIE"
32
Afdrukken maken
2
RADF
( optioneel )
OF
4
Glasplaat voor
originelen
3
5