2.
Stel de reinigingsbeugel af zodat er ongeveer 0,03 –
0,06 ruimte tussen de beugel en de poelie overblijft,
en draai daarna de tapbout en de borgmoer vast.
1.
Reinigingsbeugel
HET INSTALLEREN VAN DE
TEGENGEWICHTVEREN
1.
Haak een uiteinde van de veer in het tweede gaatje
(van beneden) van het uitsteeksel van de liftarm van
de maai-eenheid (Afb. 10).
1.
Uitsteeksel van de liftarm van de maai-eenheid
2.
Bij de voorste messenkooien moet het andere
uiteinde van de veer in het daarvoor bestemde gat
(zie overzicht) gehaakt worden aan de hefboomarm
voor het tegengewicht met behulp van de veerbeugel,
de (2) borgpennen en de (2) splitpennen.
Afbeelding 48
Afbeelding 49
1.
Hefboomarm voor het tegengewicht
2.
Veerbeugel
3.
Borgpen & splitpen
N.B.: Schuif een vinyl bescherming over de veer
van de achterste veer voor het tegengewicht voordat
u de veer plaatst.
3.
Bij de achterste messenkooi haakt u het andere
uiteinde van de veer in het daarvoor bestemde gat
(zie overzicht) in de hefboomarm voor het
tegengewicht met (2) kettingschakels, (machines
met vrij bewegende maai-eenheden met 5, 9, of 11
messen) of (3) kettingschakels (machines met vaste
maai-eenheden met 5 messen) een veerbeugel, (2)
borgpennen en (2) splitpennen.
A. Tweede gat van beneden—voor toepassingen
met messenkooien met 5 messen.
B. Middelste gat—voor messenkooien zonder
manden.
C. Bovenste gat—voor messenkooien met 8
messen en manden.
1.
Achterste veer voor het tegengewicht
2.
Kettingschakels
3.
Vinylbescherming
4.
Veerbeugel
Maai-eenheden
Afbeelding 50
Afbeelding 51
33