Onderhound
indien er in de gebruiksomstandigheden extreem veel
stof of zand aanwezig is.
1.
Verwijder de geborgde moerbout en het filterdeksel.
2.
Verwijder het schuim-voorfilter door dit van het
papierelement af te schuiven.
3.
Was het voorfilter met reinigingsmiddel en warm
water. Wikkel dit dan in een doek en wrijf het dan
droog. Niet uitwringen. Dompel het voorfilter
vervolgens in motorolie en druk het in om het
teveel aan olie te verwijderen.
4.
Installeer het gereinigde voorfilter op het papieren
filterelement.
Inspecteer het papieren filterelement na iedere 50
bedrijfsuren en vervang dit indien het vuil of beschadigd
is. Het papieren element mag niet afgespoten worden
met water of perslucht.
1.
Luchtfilterdeksel
1.
Schuim voorfilter
26
Afbeelding 33
Afbeelding 34
HET VERVERSEN VAN DE
MOTOROLIE EN HET VERVANGEN
VAN HET OLIEFILTER
Diesel uitvoeringen:
Ververs de olie en vervang het oliefilter in eerste
instantie na de eerste 20 bedrijfsuren, ververs daarna de
olie iedere 50 uur en het oliefilter iedere 100 uur.
1.
De aftapstop voor de motorolie bevindt zich onder
aan de carterpan. Verwijder de stop en laat de olie
in de aftappan lopen. Wanneer het lopen van de olie
gestopt is moet u de stop weer terugplaatsen.
2.
Het motorfilter bevindt zich aan de achterkant van
de motor. Verwijder het oliefilter. Breng een dun
laagje schone olie aan op de nieuwe filterpakking
voordat deze vastgedraaid wordt. NIET TE VAST
AANDRAAIEN.
3.
Voeg olie toe aan het carter.
Benzine uitvoeringen:
Bij nieuwe machines moet de olie na de eerste 5 bedrijfs-
uren ververst worden. Daarna moet, onder normale
omstandigheden, de olie na iedere 25 bedrijfsuren ververst
worden. Ververs de olie vaker naarmate de gebruiks-
omstandigheden vuiler of stoffiger worden.
Indien mogelijk moet u de motor laten draaien even
voordat u de motorolie ververst, zodat de olie beter
wegvloeit en meer vuil meeneemt.
1.
Aftapstop carter (benzine uitvoeringen)
Afbeelding 35