2.
Verwijder de radiateurdop.
3.
Verwijder de vierkante stop uit de radiateurslang.
4.
Vul de radiateur langzaam met een 50/50 oplossing
van water en permanente ethyleenglycol antivries,
totdat deze uit de stop-opening in de slang komt.
5.
Doe de stop weer op zijn plaats terug en vul de
radiateur af.
1.
Stop van de slang
6.
Draai de radiateurdop weer vast.
BENZINE UITVOERINGEN:
HET STARTEN EN STOPPEN VAN
DE MOTOR
1.
Controleer of de parkeerrem ingeschakeld is en de
messenaandrijving op [DISENGAGE] UITGE-
SCHAKELD staat.
N.B.: Nadat de handrem uitgeschakeld is, moet de
machine in de tegengestelde richting gereden
worden om de rem volledig uit te schakelen.
2.
Haal uw voet van het tractiepedaal en zet de het
pedaal in de neutraalstand.
3.
Zet de choke-hendel in de [ON] AAN-positie—bij
het starten met koude motor—en zet de gashendel
in de middenpositie.
4.
Doe de sleutel in het contact en draai deze met de
wijzers van de klok mee om de motor te starten.
Laat de sleutel los als de motor aanslaat. Gebruik
Afbeelding 20
de choke om de motor soepel te laten lopen.
BELANGRIJK: Om te voorkomen dat de start-
motor oververhit wordt, mag de startmotor niet
langer dan 10 seconden achter elkaar gebruikt
worden. Na 10 seconden constant gebruik moet u
60 seconden wachten alvorens u de startmotor
opnieuw inschakelt.
5.
Wanneer de motor voor het eerst gestart wordt, of
nadat de motor in onderhoud geweest is, moet de
machine gedurende één à twee minuten vooruit en
achteruit gebruikt worden. Gebruik ook de lifthendel
en de schakelaar voor de aandrijving van de
messenkooien om te controleren of alles correct werkt.
Draai het stuurwiel naar links en naar rechts om de
besturing te controleren. Schakel dan de machine
uit en controleer deze op olielekken, loszittende
onderdelen en eventuele andere in het oog
springende defecten.
6.
Om de motor te stoppen moet de gashendel naar
beneden gehaald worden in de [IDLE] VRIJLOOP-
positie, en de schakelaar voor de aandrijving van de
messenkooien op [DISENGAGE] UITGESCHAKELD
staan. Draai de contactschakelaar op AF. Haal de sleutel
uit het contact en doe de bescherming op zijn plaats
zodat de machine niet per ongeluk gestart kan worden.
Maak de veiligheidsschakelaars niet los omdat zij
voor de bescherming van de bestuurder zorgen.
Controleer dagelijks de werking van deze
schakelaars om te zien of het blokkeringssysteem
goed werkt. Indien een schakelaar defect is moet
deze vervangen worden voordat de machine
gebruikt wordt. Vervang de schakelaars om de twee
jaar om verzekerd te zijn van maximale veiligheid.
7.
Zet de brandstofkraantjes dicht voordat de machine
weggezet wordt.
HET CONTROLEREN VAN HET
VEILIGHEIDSBLOKKERINGS-
SYSTEEM
1.
Zet het tractiepedaal in de neutraalstand terwijl de
Gebruiksaanwijzing
LET OP
19