5.
Selecteer de juiste opties voor Paginaranden
afdrukken, Paginavolgorde en
Afdrukstand. Klik op de knop OK om het
dialoogvenster Documenteigenschappen
te sluiten.
6.
Klik in het dialoogvenster Afdrukken op de
knop OK om de taak af te drukken.
De afdrukrichting selecteren (Windows)
1.
Selecteer de afdrukoptie vanuit het
programma.
2.
Selecteer het apparaat en klik vervolgens op de
knop Eigenschappen of Voorkeuren.
NLWW
Afdruktaken (Windows)
85