Stappen
1. Open de beeldschermeenheid onder een hoek van 90 graden en plaats de computer aan de rand van een plat oppervlak. Zorg
ervoor dat u tijdens het verwijderingsproces de juiste hoek aanhoudt om het risico op beschadiging van het dunne beeldscherm te
minimaliseren bij het aandraaien van de schroeven op de computer en het verwijderen van de schroeven.
2. Lijn de schroefgaten op de systeemkaart uit met de schroefgaten op de palmsteun- en toetsenbordeenheid.
3. Plaats de systeemkaart op de palmsteun- en toetsenbordeenheid. Zorg ervoor dat de USB-C-poorten zijn uitgelijnd met de
bijbehorende poortgaten op de polssteun- en toetsenbordeenheid.
4. Plaats de zeven schroeven (M1.6x2.3) terug waarmee de systeemkaart aan de palmsteun- en toetsenbordeenheid wordt bevestigd.
5. Plaats de vier schroeven (M1.6x3) terug waarmee de systeemkaart aan de palmsteun- en toetsenbordeenheid wordt bevestigd.
6. Sluit de kabel van de aan-uitknop aan en sluit de vergrendeling van de connector van de aan-uitknop om de kabel vast te zetten.
7. Sluit de rechterluidsprekerkabel aan op de connector (JSPKL1) op de systeemkaart.
8. Sluit de kabel van de toetsenbordbesturingskaart aan en sluit de vergrendeling van de connector van de toetsenbordbesturingskaart
om de kabel vast te zetten.
9. Sluit de kabel van de haptische module aan en sluit de vergrendeling van de kabelconnector van de haptische module (JTP1) om de
kabel vast te zetten.
10. Sluit de kabel van de linkerluidspreker aan op de connector (JSPKR1) op de systeemkaart.
11. Sluit de capacitieve rijkabel voor touchfuncties aan en sluit de vergrendeling van de capacitieve rijconnector voor touchfuncties (JTF1)
op de systeemkaart om de kabel te bevestigen.
12. Sluit de kabels voor de draadloze module aan op de draadloze module.
13. Plaats de beugel van de draadloze module terug op de systeemkaart.
14. Draai de geborgde schroef (M1.6x2.3) vast waarmee de beugel van de draadloze module op de systeemkaart wordt bevestigd.
OPMERKING:
Zorg ervoor dat de kleine transparante sluitring die de geborgde schroef op zijn plek houdt, is geplaatst voordat u
de schroef vastdraait.
15. Sluit de camerakabel aan op de camerakabelconnector (JCAM1) op de systeemkaart.
16. Sluit de beeldschermkabel aan op de connector van de beeldschermkabel (JEDP1) op de systeemkaart.
17. Plaats de kabelbeugel van de beeldschermeenheid terug op de systeemkaart.
18. Draai de drie geborgde schroeven (M1.6x2) vast waarmee de beugel van de beeldschermkabel aan de systeemkaart wordt bevestigd.
Vervolgstappen
1. Installeer de koelplaat.
2. Installeer de ventilatoren.
3. Installeer de batterij.
4. Installeer de
M.2 2230 SSD
5. Installeer de onderplaat.
6. Volg de procedure in
Nadat u in de computer hebt
Aan/uit-knop met vingerafdruklezer
De aan/uit-knop met vingerafdruklezer verwijderen
WAARSCHUWING:
De informatie in deze verwijderingssectie is alleen bedoeld voor geautoriseerde servicetechnici.
Vereisten
1. Volg de procedure in
Voordat u in de computer gaat
2. Verwijder de onderplaat.
3. Verwijder de
batterij.
4. Verwijder de
systeemkaart.
OPMERKING:
De systeemkaart kan met de volgende onderdelen daaraan bevestigd worden verwijderd:
● Koelplaat
● Ventilatoren
70
FRU's (op locatie te vervangen onderdelen) verwijderen en installeren
of
M.2 2280 SSD
in M.2-slot, afhankelijk van welke van toepassing is.
gewerkt.
werken.