NL
3. Zie voor verdere instructies Zorgen
voor watervoorziening, Pag. 12
Apparaat ontluchten
1. Breng de aan-/uitschakelaar (4) in
stand „I" (AAN).
2. Wacht totdat de druk is opgebouwd
en de motor stopt.
3. Breng de aan-/uitschakelaar (4) in
stand „0" (UIT).
4. Druk net zo lang op de inschakelhen-
del (24) van de pistoolgreep (6) tot de
druk is verminderd.
5. Doe dit een paar keer achter elkaar
totdat het apparaat helemaal is ont-
lucht.
Bedrijf beëindigen.
1. Na werkzaamheden met reinigings-
middelen:
• Leeg het reinigingsmiddelreservoir
(17).
• Spoel het apparaat uit met helder
water totdat er geen reinigingsmid-
del meer in de leidingen zit.
2. Laat de inschakelhendel (24) los.
3. Breng de aan-/uitschakelaar (4) in
stand „0" (UIT).
4. Sluit de waterkraan.
5. Druk net zo lang op de inschakelhen-
del (24) van de pistoolgreep (6) tot de
druk is verminderd.
6. Trek de stekker uit het stopcontact.
Wikkel het netsnoer (15) op de houder
(14).
7. Koppel het apparaat los van de water-
voorziening.
Transport
Zo bereidt u het apparaat voor om veilig
te rollen.
• Schakel het apparaat uit en trek de
stekker uit het stopcontact. Verzeker u
16
ervan dat alle bewegende delen volle-
dig tot stilstand zijn gekomen.
• Rol de hogedrukslang (11) op de
slangtrommel (12), en wikkel het net-
snoer (15) om de houder (14).
• Trek de beugelgreep uit.
Als u het apparaat wilt dragen, laat dan
een tweede persoon u helpen.
Reiniging, onderhoud
en opslag
WAARSCHUWING! Elektrische
schok! Gevaar voor letsel door onbedoeld
aanlopen van het apparaat. Bescherm u
bij onderhouds- en reinigingswerkzaamhe-
den. Schakel het apparaat uit en trek de
stekker uit het stopcontact.
Laat reparatiewerkzaamheden en onder-
houd, die niet zijn beschreven in deze
handleiding, uitvoeren door een gespecia-
liseerd service-center. Gebruik uitsluitend
originele onderdelen.
Reiniging
AANWIJZING! Beschadigingsgevaar!
Verkeerde reiniging kan het apparaat
beschadigen. Spuit het apparaat nooit
schoon met water. Reinig het apparaat
niet onder stromend water. Gebruik geen
bijtende schoonmaak- of oplosmiddelen.
Houd het apparaat steeds schoon.
Reinigen na gebruik
1. Breng de aan-/uitschakelaar (4) in
stand „0" (UIT).
2. Trek de stekker uit het stopcontact.
3. Houd de ventilatiesleuven schoon en
vrij.
4. Reinig het apparaat met een zachte
borstel of met een enigszins vochtige
doek.