of volgende/vorige
vermelding in
gesprekslijst/contactenlijst
selecteren als de
telefoonfunctie actief en
de gesprekslijst/
contactenlijst geopend is .... 126
Selectie bevestigen met G
3
G
Geselecteerd item bevestigen
Lijsten openen
4
x
Stiltefunctie activeren/
deactiveren ......................... 105
5
À / Á
Omhoog-/omlaagdraaien:
volume verhogen/verlagen
6
v
Telefoongesprek
aannemen ........................... 126
of telefoongesprek afwijzen 126
of gesprekslijst/
contactenlijst openen .......... 126
7
w
Spraakdoorschakeling
activeren ............................. 122
Inleiding
Gebruik
Bedieningselementen
Het Infotainmentsysteem is te bedie‐
nen met functietoetsen, navigatiek‐
noppen en op het display weergege‐
ven menu's.
Invoer kan naar keuze plaatsvinden
via:
● het bedieningspaneel op het Info‐
tainmentsysteem 3 102
● bedieningsknoppen op het stuur
3 102
Het Infotainmentsysteem in- of
uitschakelen
Druk kortstondig op X. Na het inscha‐
kelen wordt de laatst geselecteerde
Infotainmentbron actief.
Let op
Sommige functies van het Infotain‐
mentsysteem werken alleen als het
contact wordt ingeschakeld of de
motor draait.
Druk opnieuw op X om het systeem
uit te schakelen.
105