7 Plaats de nieuwe batterij in de houder met de "+"-zijde naar boven
en klik de batterij vervolgens op zijn plaats.
1
1
8 Plaats de computerkap terug (zie "De computerkap terugplaatsen"
op pagina 200).
9 Plaats de steunbeugel terug (zie "De steunbeugel terugplaatsen"
op pagina 198).
KENNISGEVING:
aan op het netwerkapparaat en sluit u de kabel vervolgens aan op de computer.
10 Sluit de computer en alle apparaten aan op het stopcontact en zet deze
vervolgens aan.
11 Start het System Setup-programma (zie "System Setup-programma"
op pagina 212) en herstel de instellingen die u hebt geregistreerd in stap 1.
Ga vervolgens naar het gedeelte the Maintenance (Onderhoud)
en verwijder de batterijmelding en andere foutmeldingen over
de te vervangen batterij in Event Log (Gebeurtenislogboek).
12 Gooi de oude batterij bij het chemisch afval.
Raadpleeg de Productinformatiehandleiding voor informatie over
het weggooien van batterijen.
180
Onderdelen verwijderen en installeren
batterijontgrendeling
Als u een netwerkkabel wilt aansluiten, sluit u de kabel eerst
2
2
batterij (positieve kant)