4 Druk de module in de connector totdat de module op zijn plaats klikt.
Wanneer u de module juist plaatst, klikken de borgklemmen in
de uitsparingen aan de uiteinden van de module.
5 Plaats de PCI Express x16-kaart terug. Zie het gedeelte "Kaarten"
op pagina 146.
6 Plaats de computerkap terug
KENNISGEVING:
aan op het netwerkapparaat en sluit u de kabel vervolgens aan op de computer.
7 Sluit de computer en alle apparaten aan op het stopcontact en zet deze
vervolgens aan.
8 Klik met de rechtermuisknop op het pictogram Deze computer
en vervolgens op Eigenschappen.
9 Klik op het tabblad Algemeen.
10 Controleer de hoeveelheid weergegeven geheugen (RAM), om te verifiëren
of het geheugen juist is geïnstalleerd.
Geheugen verwijderen
LET OP:
Voordat u begint met de procedures in deze sectie, moet u
de veiligheidsinstructies in de Productinformatiegids volgen.
LET OP:
Voordat u het geheugen verwijdert, moet u de PCI Express x16-kaart
verwijderen. Zie het gedeelte "Kaarten" op pagina 146.
KENNISGEVING:
binnen in uw computer, dient u de statische elektriciteit van uw lichaam te ontladen
voordat u een elektronisch component van uw computer aanraakt. Dit kunt u doen
door een ongeverfd metalen oppervlak van het computerchassis aan te raken.
Als u een netwerkkabel wilt aansluiten, sluit u de kabel eerst
Om te voorkomen dat statische elektriciteit schade veroorzaakt
Onderdelen verwijderen en installeren
145