met een ingebouwde beveiligings-chip, een cryptografische microprocessor. De beveiligings-chip biedt, in
combinatie met Client Security Solution, de volgende mogelijkheden:
• Bescherming van de gegevens en het systeem
• Uitbreiding van de toegangscontrole
• Beveiliging van de communicatie
Beveiligings-chip instellen
De opties in het submenu Security Chip onder het menu Security van het programma ThinkPad Setup zijn:
• Security Chip: de beveiligings-chip activeren, deactiveren of uitschakelen.
• Security Reporting Options: hiermee kunt u de optie voor het melden van beveiligingsberichten in-
en uitschakelen.
• Clear Security Chip: hiermee wist u de codeersleutel ("encryption key").
Opmerkingen:
1. Het beheerderswachtwoord moet zijn ingesteld in het programma ThinkPad Setup. Als dit niet het geval
is, kan iedereen zomaar de instellingen voor de beveiligings-chip wijzigen.
2. Als u Client Security Solution gebruikt, behandel de beveiligings-chip dan als volgt:
• Wis de beveiligings-chip niet. Als u dat wel doet, worden de functies gewist die aan de toetsen
zijn toegewezen.
• Schakel de beveiligings-chip niet uit. Doet u dat wel, dan werkt Client Security Solution niet.
3. Als de beveiligings-chip is verwijderd of vervangen, of als er een nieuwe chip is geïnstalleerd, start de
computer niet op. U hoort dan vier cycli van vier geluidssignalen en u ziet foutbericht 0176 of 0192 .
4. Als de beveiligings-chip niet actief is of uitgeschakeld, wordt de optie Clear Security Chip niet afgebeeld.
5. Als u de beveiligings-chip wilt wissen, vergeet dan niet om de computer uit en weer aan te zetten nadat u
de beveiligings-chip hebt ingesteld op Actief. Anders wordt de optie Clear Security Chip niet afgebeeld.
U geeft als volgt een instelling op in het submenu Security Chip:
• Druk deze aanwijzingen af. Om de beveiligings-chip in te stellen, moet u de computer uitschakelen en
vervolgens weer inschakelen.
• Sla alle open bestanden op en sluit alle toepassingen af.
• Zet de computer uit en daarna weer aan.
• Druk zodra het logoscherm verschijnt op F1. Het programma ThinkPad Setup verschijnt.
• Ga met de cursortoetsen naar Security. Het menu Security verschijnt.
• Ga met behulp van de cursortoetsen naar Security Chip en druk op Enter. Het submenu Security Chip
wordt geopend.
• Ga met behulp van de cursortoetsen naar de optie die u wilt instellen. Wanneer de gewenste optie is
gemarkeerd, drukt u op Enter.
• Stel de gewenste opties in.
• Druk op F10 om af te sluiten.
• Klik in het bevestigingsvenster op Yes.
Als u de beveiligings/chip wilt instellen, opent u Client Security Solution en volgt u de instructies op het
scherm.
Opmerking: Als u een computer met Windows 7 hebt, is de Client Security Solution niet vooraf op uw
systeem geïnstalleerd. Als u de beveiligings-chip wilt configureren, dient u de nieuwste versie van Client
113
.
Hoofdstuk 4
Beveiliging