Aan de slag
■
Controleer of de monitor is ingeschakeld en of het groene
aan/uit-lampje van de monitor brandt.
■
Zet de helderheid en het contrast van de monitor hoger als het
scherm te donker is.
■
Druk op een willekeurige toets en houd deze ingedrukt.
Als u een geluidssignaal hoort, werkt het toetsenbord goed.
■
Controleer of alle kabels goed en op de juiste connectoren
zijn aangesloten.
■
Activeer de computer door op een willekeurige toets op het
toetsenbord te drukken of door de aan/uit-knop in te drukken.
Als het systeem in de standbystand blijft, schakelt u de computer
uit door de aan/uit-knop gedurende ten minste vier seconden
ingedrukt te houden. Vervolgens drukt u nogmaals op de
aan/uit-knop om de computer weer aan te zetten. Als het
systeem niet uitgeschakeld kan worden, koppelt u het netsnoer
los. Na enkele seconden sluit u het netsnoer weer aan. De
computer wordt nu opnieuw opgestart indien in Computer
Setup (Computerinstellingen) de optie voor automatisch
starten na stroomuitval is ingesteld. Als de computer niet
opnieuw wordt opgestart, drukt u op de aan/uit-knop om
de computer aan te zetten.
■
Pas de configuratie van de computer aan nadat u een
uitbreidingskaart of een andere optie heeft geïnstalleerd
die niet compatibel is met Plug and Play.
■
Controleer of alle noodzakelijke stuurprogramma's zijn
geïnstalleerd. Wanneer u bijvoorbeeld een printer gebruikt,
moet er een printerstuurprogramma voor de betreffende
printer zijn geïnstalleerd.
■
Verwijder alle media waarmee de computer kan worden
opgestart (diskette, cd of USB-apparaat) voordat u de
computer inschakelt.
■
Als u een ander besturingssysteem gebruikt dan het
besturingssysteem dat in de fabriek is geïnstalleerd,
controleert u of dit door het computersysteem wordt
ondersteund.
2–8
www.hp.nl
Snel aan de slag