Bestandssysteem
✎
Afhankelijk van het computersysteem wordt u tijdens de eerste
configuratie van het systeem mogelijk gevraagd een
bestandssysteem te selecteren.
Vaste schijven kunnen volgens twee basissystemen worden
geconfigureerd: FAT32 (voor vaste-schijfpartities kleiner dan
8 GB) of NTFS (voor partities kleiner of groter dan 8 GB), met
varianten hierop, afhankelijk van het besturingssysteem en de
vaste schijf. Als u wilt controleren welk bestandssysteem aan
de vaste schijf is toegewezen (de fabrieksinstelling), opent
u Deze computer. Klik vervolgens met de rechtermuisknop
op Lokaal station (C:) en kies Eigenschappen.
Stuurprogramma's installeren
of upgraden
Wanneer u extra hardwareapparaten installeert nadat de installatie
van het besturingssysteem is voltooid, is het noodzakelijk ook
de stuurprogramma's voor deze apparaten te installeren.
Als u wordt gevraagd de directory i386 op te geven, vervangt u het
aangegeven pad door C:\i386 of gebruikt u de knop Bladeren in
het dialoogvenster om de directory i386 te zoeken. Hierdoor kan
het besturingssysteem het pad naar de vereiste stuurprogramma's
vinden.
U kunt de nieuwste ondersteuningssoftware, ook voor het
besturingssysteem, downloaden van http://www.hp.com/support.
Specificeer uw land en de gewenste taal, selecteer Download
drivers and software, typ het modelnummer van de computer
en druk op
Snel aan de slag
Enter
.
www.hp.nl
Aan de slag
2–3