10 Installatie
B. INSTELLEN VOOR DE PLAATSELIJKE NETSPANNING
Het apparaat kan door middel van een spanningskiezer worden
inge-
steld voor netspanningen van 110, 125, 145, 200, 220 en 245 V. De in-
gestelde spanningswaarde kan door de ronde opening in de achter-
wand worden afgelezen. Instellen voor een andere netspanning ge-
schiedt als volgt (zie fig. 3).
— Verwijder het afdekplaatje aan de achterzijde van het apparaat door
de twee schroeven te verwijderen.
— Trek de kiezer een weinig uit, draai hem tot de juiste spannings-
waarde bovenaan staat en druk de kiezer weer in.
— Breng het afdekplaatje weer aan en controleer of de gewenste span-
ningswaarde door de opening zichtbaar is.
~;. AANSLUITINGEN
1. Aarding
Aard het apparaat overeenkomstig de plaatselijk geldende veiligheids-
voorschriften. Dit kan geschieden:
— via bus „ 1" (BU1, fig. 2) aan de voorzijde van het apparaat,
— via de aardschroef aan de achterzijde van het apparaat
(zle
fig. 3),
— via het netsnoer, indien het apparaat is uitgerust met een drie-
aderig netsnoer, voorzien van een steker met speciale aardcontacten,
— via het meetobject en de meetkabel, als dat meetobject geaard is.
R78
B11
61
BU3
BU2
BU1
Fig. 2 Vooraan~icht
SK1
Mechanische
Nulinstelling
,~ — --~ LA1