VoIP-gebruikersgegevens invoeren/
wijzigen
U moet uw persoonlijke gegevens nog
toevoegen aan de VoIP-instellingen. Alle
vereiste gegevens krijgt u van uw VoIP-
provider.
Opmerking:
Let bij het invoeren van de VoIP-gebruikersge-
gevens op het juiste gebruik van hoofdletters
en kleine letters. Voor de tekstinvoer
zie pagina 140.
¢
¢
v
Ð
Telefonie
¢
Internet (VoIP)
¢
invoeren)
SIP-registratie
¤
Gegevens in meerdere regels wijzigen:
Gebruikersnaam:
Voer de gebruikers-ID (caller-ID) van
uw account bij de VoIP-provider in. De
is vaak gelijk aan uw
Gebruikersnaam
toestelnummer in het internet (het
voorste gedeelte van uw SIP-adres
zie pagina 108).
Auth. naam: / Wachtwoord:
Voer de providerafhankelijke toegangs-
gegevens in die het telefoontoestel bij
registratie aan de SIP-service moet
doorgeven.
¤
Druk op
om de instellingen op
§Opslaan§
te slaan.
IP-adres van het toestel in het
LAN instellen
Om uw basisstation door het LAN te laten
"herkennen", heeft het basisstation een IP-
adres nodig.
Het IP-adres kan automatisch (door de
router) of handmatig aan het basisstation
worden toegewezen.
u
Bij de dynamische toekenning wijst de
DHCP-server van de router automatisch
een IP-adres toe aan het basisstation.
Het IP-adres van het basisstation kan
afhankelijk van de routerinstelling ver-
anderen.
(systeem-PIN
VoIP-instellingen invoeren
u
Bij de handmatige/statische toewijzing
geeft u het basisstation een vast
IP-adres. Dat kan afhankelijk van de
netwerkconstellatie nodig zijn.
Opmerkingen:
– Hoe u de instellingen voor het lokale net-
werk in de webconfigurator doorvoert,
kunt u lezen op pagina 104.
– Voor de dynamische toewijzing van het IP-
adres moet de DHCP-server op de router
zijn geactiveerd. Lees hiervoor de gebruiks-
aanwijzing van de router.
¢
¢
v
Ð
Basis
~
Systeem-PIN invoeren en
indrukken.
¤
Gegevens in meerdere regels wijzigen:
Type IP-adres:
of
Statisch
Dynamisch
Als u
Statisch
selecteert, moet u in de
volgende regels het IP-adres en het
subnetmasker van het basisstation en
de standaard-gateway en DNS-server
handmatig vastleggen.
IP-adres:
Bij
= Dynamisch:
Type IP-adres
Het IP-adres dat op dat moment aan het
basisstation is toegewezen, wordt
weergegeven. Dit kan niet worden
gewijzigd.
Bij
Type IP-adres
= Statisch:
Voer het IP-adres in dat u wilt toewijzen
aan het basisstation (huidige instelling
overschrijven).
De standaardinstelling is 192.168.2.1.
Voor informatie over het IP-adres zie
ook pagina 156.
Subnetmasker:
Bij
= Dynamisch:
Type IP-adres
Het subnetmasker dat op dat moment
aan het basisstation is toegewezen,
wordt weergegeven. Dit kan niet wor-
den gewijzigd.
Bij
= Statisch:
Type IP-adres
Voer het IP-adres in dat u wilt toewijzen
aan het basisstation (huidige instelling
overschrijven).
¢
Lokaal netwerk
§OK§
selecteren.
97