Dezelfde instellingen voor alle
oproepen
In de ruststand van de handset:
¢
¢
t
Belsignalen
¤
Volume en melodie van het belsignaal
instellen (zie „Instellingen voor afzon-
derlijke functies").
Displaytoets indrukken ter
§Opslaan§
bevestiging.
a
Lang indrukken (ruststand).
Opmerking:
U kunt de belsignalen ook via het menu Ð
£
Geluidsinstellingen
Belsignalen
Belsignaal uit-/inschakelen
Voordat u een oproep beantwoordt of als
de handset zich in de ruststand bevindt,
kunt u het belsignaal permanent of een-
malig uitschakelen. Het is niet mogelijk
om het belsignaal weer in te schakelen tij-
dens een externe oproep.
Alle oproepen
£
instellen.
Belsignaal permanent uitschakelen
*
Sterretje-toets lang indrukken.
In het display verschijnt het symbool Ú.
Belsignaal weer inschakelen
*
Sterretje-toets lang indrukken.
Belsignaal voor de huidige oproep
uitschakelen
Displaytoets indrukken.
§Stil§
Attentietoon in-/uitschakelen
In plaats van het belsignaal kunt u een
attentietoon inschakelen. Bij een oproep
hoort u dan een korte toon („Beep") in
plaats van een belsignaal.
*
Sterretje-toets lang indrukken
en binnen 3 seconden.:
Displaytoets indrukken. Een
§Beep§§
oproep wordt vervolgens
gesignaleerd door een korte
attentietoon. In het display
staat º .
Attentietonen in-/uitschakelen
De handset maakt u door middel van een
akoestisch signaal op verschillende activi-
teiten en situaties attent. De volgende
attentietonen kunt u onafhankelijk van
elkaar in- of uitschakelen:
u
Toetssignaal: elke toetsdruk wordt
bevestigd.
u
Bevestigingstonen:
– Bevestigingssignaal (oplopende
reeks tonen): nadat u iets heeft
ingevoerd of een instelling heeft
opgegeven, bij ontvangst van een
SMS-bericht of als u een nieuwe ver-
melding aan de antwoordapparaat-
lijst of de bellerslijst heeft toege-
voegd
– Foutsignaal (aflopende reeks
tonen): bij onjuiste invoer
– Menu-eindsignaal: wanneer u het
einde van een menu heeft bereikt
Handset instellen
87