REINIGING EN ONDERHOUD
Trek de stekker van het apparaat altijd uit het stopcontact
voor het reinigen.
1. Haal de levensmiddelen eruit en berg ze op in een koele ruimte.
2. Verwijder alle verwijderbare onderdelen zoals planken,
groentelade, vriesladen etc.
3. Gebruik een zachte, vochtige doek of stuk keukenrol om de
binnenkant en buitenkant te reinigen inclusief alle verschillende
afvoerpunten en de water-uitgangspoort.
4. Veeg gemorste spullen direct weg in de koelkast of vriezer met
een vochitge doek.
• Gebruik een mild reinigingsmiddel of afwasmiddel of een
beetje natriumcarbonaat of azijn om het gedeelte waar is
gemorst te reinigen.
• Doe een kleine hoeveelheid reinigingsmiddel, azijn of
natriumcarbonaat in een ko men voeg er warm water aan
toe. Doe een handdoek of stukje stof in de oplossing en
maak de binnenkant van uw apparaat schoon.
5. Maak de verwijderbare onderdelen schoon met een spons of
zachte doek en een warm zeepsopje. Spoel grondig a fen maak
ze droog voordat u ze terug plaatst.
• Gebruik geen schurende of chemische schoonmaakmiddelen.
6. Reinig de dichtingen van de deuren en pakkingen met behulp
van een spons of zachte doek en een mild reinigingsmiddel met
warm water.
• Gebruik
reinigingsmiddelen, bleekmiddel of reinigingsmiddelen
op basis van petroleum voor de plastic onderdelen van de
koelkast.
7. Droog alle oppervlakken grondig a fen steek vervolgens de
stekker weer in het stopcontact. De temperatuur instellen.
8. Plaats de levensmiddelen opnieuw in het apparaat.
De led-lampen in het apparaat kunnen niet door de gebruiker worden
geen
reinigingswas,
geconcentreerde
55