Hoofdstuk 2. Hardware-instructies en Installatie
2.1. Gebruiksomgeving
De installatieplaats van de frequentieregelaar heeft een rechtstreekse invloed op het volledige
werkingsvermogen en de levensduur. Gelieve de installatieplaats zorgvuldig te kiezen, zodat
aan de volgende vereisten voldaan is:
Monteer het toestel verticaal
l
Omgevingstemperatuur: -10
l
Plaats het toestel niet in de buurt van verwarmingstoestellen
l
Vermijd afdruipend water of vochtige omgevingen
l
Vermijd rechtstreeks zonlicht
l
Vermijd olie of zouthoudende corrosieve gassen
l
Vermijd contact met corrosieve vloeistoffen of gassen
l
Voorkom dat ongewenst stof, vlokkige neerslag of metaalfragmenten in de binnenzijde
l
doordringen
Weghouden van radioactief materiaal of brandbaar materiaal
l
Vermijd elektro-magnetische storing (soldeer- of werktuigmachines)
l
Vermijd trillingen; indien trillingen niet vermeden kunnen worden, moet een
l
trillingsdemping geïnstalleerd worden om de trillingen te verminderen.
Als de frequentieregelaar geïnstalleerd wordt in een bedieningspaneel, moet het
l
beschermingsvignet verwijderd worden van de VAT20. Er moet een bijkomende
koelventilator geïnstalleerd worden om de omgevingstemperatuur onder 50°C te brengen.
Koelventilator
Goede
configuratie
De installatie van de frequentieregelaar moet gebeuren met de voorzijde naar voor en de
l
bovenzijde naar boven voor een betere afvoer van de hitte.
Plaatsing moet voldoen aan de volgende vereisten:
l
(1) Verwijder het beschermingsvignet voor een max. temp. van 50°C binnen de omhulling
(2) Min. 7 cm voor de types: N1K5, N2K2, X0K7, X1K5, X2K2
O
O
C tot +50
C
Koelventilator
Verkeerde
configuratie
8
Koelventilator
Koelventilator
Goede
configuratie
Verkeerde
configuratie