(A) De uitwendige bedrading moet worden uitgevoerd volgens de volgende vereisten.
Controleer en verzeker dat de bedrading correct is nadat de bedrading voltooid werd
(maak geen gebruik van multimeter met zoemer-functie om bedrading te controleren).
EMC-aansluiting:
Het is zeer belangrijk dat de aansluitingen tussen de frequentieregelaar met de afgeschermde
motorkabel en de EMC-filter tijdens de EMC-tests als volgt zijn uitgevoerd.
Gebruik een metalen aardingsplaat en plaats de frequentieregelaar en de EMC-filter op de
l
plaat.
Gebruik een afgeschermde motorkabel met 4 connectors (U,V,W & Aarding), gebruik de
l
bescherming niet als veiligheidsaarding (afscherming is hoogfrequentie-aarding)
Verwijder de verf rondom de twee metalen koppelmoergaten, zodat de metalen
l
koppelmoeren (en de afscherming) in contact staan met de frequentieregelaar en de motor.
Geen geleider aan de afscherming solderen (krul).
l
Gebruik een metalen klem om de afscherming van de motorkabel te verbinden met de
l
metalen aardingsplaat. Nu is er een perfecte hoogfrequentie-aardingsverbinding tussen de
frequentieregelaar, de aardingsplaat en de EMC-filter.
Houd de afstand tussen de frequentieregelaar en de EMC-filter zo klein mogelijk (< 30cm),
l
of gebruik een afgeschermde kabel met een metalen koppelmoer en een metalen klem om
de beschermde kabel te verbinden met de frequentieregelaar en de metalen aardingsplaat.
De enige aardingsverbinding tussen de LISN en de testplaat mag verlopen via de EMC-
l
filter.
Gebruik een motor die behoort tot het nominale vermogen van de frequentieregelaar, of
l
gebruik een motor met kleiner vermogen.
Een filter voor elektromagnetische storingen voor de frequentieregelaar installeren aan de
l
uitgangszijde van de primaire stroomkring kan de elektromagnetische storingen
onderdrukken. Om elektromagnetische invloeden te vermijden, moet een metalen buis
gebruikt worden voor de bedrading, en moet de bedrading zich op een afstand van meer
dan 30 cm bevinden van andere regelmachines.
Klasse B (Residentiële omgeving)
14