Fn_14: Stopmethode = 0 : vertraagde stop
Fn_15: Tijd gelijkstroomrem = 0 tot 25.5 sec
Fn_16: Startfrequentie gelijkstroomrem = 1 tot 10Hz
Fn_17: Niveau gelijkstroomrem = 0 tot 20 %
Als Fn_14 = 0
Wanneer de frequentieregelaar de stopinstructie krijgt, vertraagt hij naar de frequentie ingesteld
onder Fn_16 en vervolgens het uitgangsvermogenniveau ingesteld onder Fn_17; na de
tijdvertraging ingesteld in Fn_15, schakelt de frequentieregelaar over op volledige stilstand.
Als Fn_14 = 1
De frequentieregelaar stopt de uitvoer onmiddellijk na de ontvangst van de stopinstructie. De motor
loopt vrij uit tot een totale stilstand.
Fn_18: Nominale motorstroom = 50 tot 100% of 5 tot 200%
(*) Enkel voor CPU-versie 1.9 en hoger (zie parameter Fn_29)
1. Functie van de elektronische thermische beveiliging van de motor
(1) Nominale motorstroom = nominale frequentieregelaarstroom x Fn_18
Fn_18 = nominale motorstroom / nominale frequentieregelaarstroom
(2) Wanneer de belasting binnen 100% van de nominale motorstroom ligt, blijft de werking
duren. Wanneer de belasting 150% van de nominale motorstroom bereikt, kan de
werking maar 1 minuut verderduren (zie curve (1) in figuur 3).
(3) Nadat
de
frequentieregelaar onmiddellijk uitgeschakeld. De melding OL1 knippert. Om de werking
te hervatten, op de RESET-knop drukken of een externe resetklem activeren.
(4) Wanneer de motor werkt aan een lage snelheid, is de efficiëntie van de hitteafvoer
kleiner. Het activeringsniveau van de elektronische thermische beveiliging wordt ook
verlaagd (wijziging van curve (1) naar curve (2) in figuur 3). Kies de gepaste Fn_05-
instelling voor de gebruikte motor om een betere beveiliging te bekomen.
1 : vrij uitlopen
elektronische
thermische
beveiliging
werd
30
geactiveerd,
wordt
(*)
de