Nederlands
Checklist voor storingen
§
Onderdelen worden heet en / of beginnen te roken.
!
Verbreek direct de verbinding met het net!
Mogelijke oorzaak: een of meerdere onderdelen zijn verkeerd
gesoldeerd. à Voer een optische controle uit.
§
De trein rijdt niet/ functietest: de lamp licht niet op.
Mogelijke oorzaak: De rijtrafo is niet aangesloten. à Controleer de
aansluitingen.
§
De instellingen van de trimpotmeters werken niet voor de
faselengte van een stop.
Mogelijke oorzaak: De instellingen van de trimpotmeters werden
niet of voor een andere stop opgeslagen. à Programmeer de
betreffende stop opnieuw. Let met name op de aanwijzingen van
de programmeerstappen 1 en 3.
§
De trein rijdt door bij een halteplaats.
Mogelijke oorzaak: De railscheidingen zijn verkeerd gemaakt of het
traject is verkeerd aangesloten. à Controleer de juiste plaats van
de railscheidingen en de aansluitingen van het traject.
§
De trein rijdt in het eindstation tegen het stootblok.
Mogelijke oorzaak: De loc is op de „verkeerde" rijrichting ingesteld.
à Wanneer u de schakeling voor de eerste keer gebruikt of een
nieuwe loc wilt inzetten, moet de loc bij het begin van het
pendeltreinbedrijf op een vrij traject of een halte staan.
Mogelijke oorzaak: De loc heeft de omschakelimpuls niet herkend.
à Controleer het omschakelrelais op zijn werking. Eventueel is de
loc niet geschikt voor gebruik met de pendeltreinbesturing.
Mogelijke oorzaak: De loc heeft een decoder met automatische
analoogherkenning. Deze loc is in principe niet geschikt voor
gebruik binnen de pendeltreinbesturing.
Pagina 100
PZS-3