PZS-3
Nederlands
Bedrijfscyclus
Tussen de stops verloopt het rijbedrijf telkens in vier fasen, optrekken,
vrij rijden, remmen en stoppen. Zodra de remfase begint (d.w.z. de loc
in een bepaald railstuk is binnengereden) worden de fasen remmen,
stoppen en optrekken tijdafhankelijk gestuurd. Op vrije stukken wordt
de trein voorzien van de spanning die is ingesteld op de rijtrafo. De
vrije rit wordt door het starten van een nieuwe remfase onderbroken.
Gebruik met twee treinen
De wissel wordt automatisch heen en weer geschakeld waardoor de
treinen afwisselend wegrijden van de sporen 1 en 2.
!
Let op:
De stand van de wissel of de bezettoestand van de beide sporen in
eindstation 2 worden niet door de schakeling gecontroleerd. Wanneer
de wisselstand van buitenaf veranderd wordt kan het daarom
voorkomen dat een binnenrijdende trein een bezet spoor op rijdt.
Verlenging van de stoptijden / Nothalt
Wanneer de schakelingang „verlenging van de stoptijd of noodstop"
met massa wordt verbonden, kunnen voor staande treinen de stopfasen
individueel verlengd worden of kan voor rijdende treinen een noodstop
worden opgewekt. De schakelingang kan b.v. op een schakelaar of een
externe
schakeling
worden
aangesloten.
Het
sluiten
van
het
massacontact heeft direct gevolgen.
Let op: De stop op een station, halteplaats of tussenstop duurt minstens
zo lang als voor de betreffende stop is geprogrammeerd, ook wanneer de
verbinding met de massa voor de schakelingang eerder wordt verbroken.
Extra stops
Wanneer de schakelingang „extra stop (s)" met de massa wordt
verbonden wordt direct en onafhankelijk van de plaats een
stopopdracht in werking gezet. Voor het maken van het massa contact
Pagina 97