Nederlands
Het aansluiten van de pendeltreinbesturing
Het pendeltreintraject in stukken verdelen
Het stoppen op de beide eindstations en de beide halteplaatsen wordt
in werking gesteld nadat de trein in het bijbehorende spoorgedeelte is
binnengereden en de in de schakeling geïntegreerde railbezetmelder
het binnenrijden van de trein heeft vastgesteld. Het pendeltraject moet
als volgt worden ingedeeld:
§
Minstens in de stukken: eindstation 1 en eindstation 2.
§
Naar wens ook in: halteplaats 1 en/of halteplaats 2.
§
Om een spoorstuk te definiëren moet de middengeleider worden
doorgesneden waar de binnenrijdende trein moet beginnen met
remmen.
Het pendeltreintraject met de schakeling verbinden
Bekijk het aansluitschema fig. 3 en de volgende tabel.
Maak de verbindingen tussen het pendeltraintraject en de aansluitingen
van de schakeling volgens het schema en de tabel. U moet minstens de
verbindingen maken die in de tabel in het grijs zijn aangegeven. De
overige verbindingen zijn alleen nodig als u daar behoefte aan heeft.
Aansluiten van de bedrijfsspanning
Verzorgingstrafo (= spanningsverzorging van
de schakeling)
!
Zet de trafo nog niet aan!
Rijtrafo (= spanningsverzorging van het
pendeltraintraject)
Pagina 94
2 en 10
3 en 11
PZS-3