Aansluiten
5.2 Gasaansluitingen
LET OP
Onjuiste voedingsspanning
Gevaar voor schade aan het apparaat bij verkeerde elektrische aansluiting.
Controleer vóór het aansluiten of de aanwezige netspanning overeenkomt met die op het
typeplaatje van het apparaat!
• Leg de netvoeding altijd gescheiden van de signaalleidingen aan.
Opmerking
Netscheidingsinrichting
Er moet voor worden gezorgd dat er in de onmiddellijke nabijheid van het apparaat een
netscheidingsinrichting aanwezig is, die op elk moment makkelijk toegankelijk is. Deze
scheidingsinrichting moet worden voorzien van een kenmerk dat het bij het apparaat hoort.
5.2
Gasaansluitingen
Ongeschikte aansluitcomponenten
Gevaar op persoonlijk letsel of vergiftiging.
Bij gebrekkige montage kunnen hete, toxische en corrosieve procesmedia vrijkomen bij de
aansluitingen.
• Garandeer dat aansluitcomponenten (zoals flenspakkingen en bouten) geschikt zijn voor
5.2.1
FIDAMAT 6
Explosiegevaar
Voor de werking van de FIDAMAT dient o.a. waterstof (H
samen met zuurstof van de omgevingslucht een explosief gasmengsel. Omdat waterstof over
het algemeen ter beschikking wordt gesteld via gasflessen die onder hoge druk staan, dient u
ervoor te zorgen dat de benodigde hoeveelheid waterstof wordt beperkt.
• Zorg bijv. door gebruik te maken van een geschikt reduceerventiel dat de hoeveelheid
14
WAARSCHUWING
de aansluitingen en de procesmedia.
GEVAAR
waterstof wordt beperkt.
) als voorzieningsgas. Waterstof vormt
2
Beknopte bedieningshandleiding, 09/2018, A5E45779403006-01
Veiligheidsaanwijzingen