Storing
De kookplaat schakelt uit.
De restwarmte-indicator
gaat niet aan.
Er klinkt geen geluidsignaal
wanneer u de tiptoetsen van
het bedieningspaneel aan-
raakt.
gaat branden.
De bedieningsbalk knippert. Er staat geen kookgerei op
en een getal gaat bran-
den.
U kunt een constant piepge-
luid horen.
8.2 Als u het probleem niet
kunt oplossen...
Als u niet zelf het probleem kunt
verhelpen, neem dan contact op met uw
Mogelijke oorzaak
U hebt iets op sensorveld
gezet.
De zone is niet heet, omdat
hij slechts kortstondig is be-
diend of de sensor bescha-
digd is.
De signalen zijn uit.
Kinderbeveiligingsinrichting
of Vergrendelen werkt.
de zone, of de zone is niet
volledig bedekt.
Het kookgerei is niet ge-
schikt.
De diameter van de bodem
van het kookgerei is te klein
voor de zone.
Er heeft zich een fout in de
kookplaat voorgedaan.
De elektrische aansluiting is
onjuist.
verkoper of de serviceafdeling. Zie voor
deze gegevens het typeplaatje. Verzeker
u ervan dat u de kookplaat correct
gebruikt heeft. Bij onjuist gebruik van het
apparaat wordt het bezoek van de
NEDERLANDS
Oplossing
Verwijder het object van de
tiptoets.
Als de kookzone lang ge-
noeg in werking is geweest
om heet te zijn, neemt u
contact op met de klanten-
service.
Activeer het geluid. Raad-
pleeg "Dagelijks gebruik".
Raadpleeg "Dagelijks ge-
bruik".
Zet kookgerei op de zone,
zodat het kookgerei de zone
volledig bedekt.
Gebruik geschikt kookgerei.
Zie 'Aanwijzingen en tips'.
Gebruik kookgerei met de
juiste afmetingen. Raad-
pleeg "Technische gege-
vens".
Schakel de kookplaat uit en
na 30 seconden weer in.
Wanneer
weer verschijnt,
trekt u de stekker van de
kookplaat uit het stopcon-
tact. Steek de stekker van de
kookplaat er na 30 seconden
weer in. Als het probleem
zich blijft voordoen, neem
dan contact op met een er-
kend servicecentrum.
Trek de stekker van de kook-
plaat uit het stopcontact.
Laat de installatie controle-
ren door een erkende elek-
tricien.
17