Service
Onderhoud
De onderhoudswerken aan de ketel
en de brander mogen alleen door een
daartoe opgeleide en
gespecialiseerde
verwarmingstechnicus worden
uitgevoerd. Om de regelmatige
uitvoering van de
onderhoudswerkzaamheden te
verzekeren, verdient het aanbeveling
om de gebruiker van de installatie
een onderhoudscontract te laten
afsluiten. Naargelang van het type
installatie kunnen kortere
onderhoudsintervallen noodzakelijk
blijken.
Let op!
Iedere incorrecte onderhoudsbeurt die
niet is uitgevoerd zoals vermeld in deze
instructies, kan mogelijk leiden tot
storingen en gevaarlijke situaties. Met
mogelijke onderbrekingen alsook
schade aan milieu, materieel en
personen tot gevolg. Voor alle
onderhoudsactiviteiten moet een
protocol worden vastgelegd. Alle
slijtageonderdelen moeten vervangen
worden in overeenstemming met de
aangegeven cyclustijden (zie
navolgende tabel).
Bij het onderhoud moet de
vloer van de werkzone vrij zijn
van alle vuil en antislip. Er moet
voldoende verlichting zijn. Er moeten
aangepaste hefmiddelen worden
gebruikt voor het onderhoud van
zware componenten (bv. de motor
van de ventilator).
Met de volgende punten moet rekening
worden gehouden alvorens wordt
gestart met enig onderhoud of reiniging
van de brander:
1. De elektriciteitsvoorziening afsluiten
en vergrendelen om eventuele
heractivering te vermijden.
2. De brandstoftoevoer afsluiten.
3. Controleren dat er op de machine
geen restenergie meer aanwezig is en
de doeltreffendheid van de punten 1 en
2 nagaan.
4. Controleren dat het ventilatorwiel
gestopt is alvorens de brander te
openen.
Dat de ventilator gestopt is, herkent u
aan het feit dat de koelvinnen van de
ventilatiemotor niet bewegen.
Iedere inbreuk kan leiden tot ernstige
of fatale letsels en/of materiële
schade.
• Steeds originele reserveonderdelen
gebruiken.
Bij gebruik van niet-originele
reserveonderdelen kan de CE-
conformiteit verloren gaan!
Waarschuwing!
Geen enkel object dat kan worden
aangezogen (bv. doeken, een
gebruiksaanwijzing) mag zich binnen
een straal van 0,5 m rond de
luchtaanzuiging van de brander
bevinden. Aanzuiging van deze
objecten kan leiden tot storingen en
gevaarlijke bedrijfssituaties. Wat kan
leiden tot defecten, tot schade aan
milieu en aan de installatie, en zelfs tot
lichamelijk letsel (risico op ernstig of
fataal letsel).
Aanbevolen handelingen in het kader
van het jaarlijkse onderhoud van de
brander:
- Proefdraaien van de brander,
ingangsmeting
- Reiniging van de verbrandingskop en
desgevallend vervanging van defecte
onderdelen
- Reiniging van het ventilatorwiel en de
ventilator
- Reiniging van de gasfilter, vervanging
indien nodig
- Controle en instelling van de
menginrichting, dichtheidscontrole
van de dichting tussen de gaskop en
de branderpijp
- Controle van de
ontstekingselektroden en de
ontstekingsvonk, eventueel reiniging
en correctie van de instelling
- Reiniging van de cel
- Reiniging van de luchtklep en controle
van haar mobiliteit
- Controle of het ventilatorwiel
vervormd of gebarsten is
- Visuele controle van de elektrische
componenten van de brander;
verhelpen van eventuele storingen
- Controle van de opstart van de
brander (verbranding, emissie,
vermogen van de brander)
- Dichtheidscontrole
- Werkingscontrole van de
veiligheidsvoorzieningen van de
brander en van de veiligheidsketen
van de ketel (luchtdrukregelaar,
gasdruk, vlambewaking, toestel voor
dichtheidscontrole,
veiligheidskleppen, componenten van
de veiligheidsketen). De onderhouds-
en veiligheidsspecificaties van de
ketel moeten nageleefd worden.
- Controle/reiniging van de pitotbuis van
de luchtdrukregelaar, in het bijzonder
aan de binnenkant van de
luchtkastbehuizing (opening in
geluidsisolatie)
- Werkingstest vlambewaker en
branderautomaat
- Controle van de gasaanvoerdruk vóór
en na het gasregelsysteem alsook de
gasdruk in rust
- Controle van het gasdebiet
- Dichtheidscontrole van de gasstraat
- De dichtheid en netheid van de
gaskleppen nagaan
- Reiniging van de brander (binnen- en
buitenkant)
- Correctie van de instelwaarden,
indien nodig
- Opmaak van een meetverslag*
* Hierin moeten minstens de volgende
waarden worden bepaald:
- Type brandstof, type gas
- Wobbe-index (thermische waarde);
verbrandingswaarde
- Volumetrisch gasdebiet
- Het zwakste en het sterkste thermisch
vermogen, plus 1 tot 2 tussenliggende
09/2016 - Art. Nr. 4200 1052 4901A
waarden
- Gas- en luchtdruk (gasaansluiting,
gasregelaar, verbrandingskop,
insteldruk, ventilatiedruk, druk in de
verbrandingskamer)
- Emissie van rookgassen (NOx, O2,
CO, CO2, roet) in percentage/ppm
- Temperatuur en vochtigheid van de
verbrandingslucht
- Temperatuur van de rookgassen
- Atmosferische luchtdruk
Algemene controles
- Werkingscontrole van de
noodstopknop
- Visuele controle van de gasleidingen
in de stookruimte
Waarschuwing!
Voordat u de brander na een onder-
houdsbeurt opnieuw start, moet u con-
troleren of alle aansluitingen die tijdens
het onderhoud zijn losgedraaid,
opnieuw zijn aangebracht en vastge-
draaid. De aansluitingen van de compo-
nenten in de brander (bv. onderdelen
van de branderkop) moeten worden
gecontroleerd voordat het deksel wordt
gesloten. Het deksel zelf moet worden
gecontroleerd. Slecht aangesloten of
defecte componenten kunnen leiden tot
storingen en gevaarlijke bedrijfssitua-
ties. Wat kan leiden tot defecten, tot
schade aan milieu en aan de installatie,
en zelfs tot lichamelijk letsel (risico op
ernstig of fataal letsel).
51