Onderhoud
– Open de vuldop (1) en controleer het
elektrolytniveau.
Bij batterijen met "celdoppen met bescherm-
korf" moet de elektrolyt tot de onderzijde van
de korf reiken.
Bij batterijen zonder "celdoppen met be-
schermkorf" moet de elektrolyt 10 tot 15 mm
boven de loden platen staan.
– Er mag alleen worden bijgevuld met gedes-
tilleerd water.
– Spoel gemorst batterijzuur onmiddellijk weg
met voldoende water.
– Reinig het celdeksel van de batterij en droog
het indien nodig.
– Verwijder eventuele oxidatieresten van de
batterijpolen en poolklemmen en smeer ze
in met zuurvrij vet.
– Zet de poolklemmen van de batterij (2) vast
met een aanhaalmoment van 22 - 25 Nm
(afhankelijk van de maat van de gebruikte
schroeven van de klemmen).
– Controleer de dichtheid van het zuur met
behulp van een zuurweger.
Na het laden moet deze waarde tussen 1,28
en 1,30 kg/l liggen.
Bij een lege batterij mag de zuurdichtheid niet
lager zijn dan 1,14 kg/l.
– Sluit de vuldop (1) weer.
Bij gebruik van PowerPlusLife
geldt het volgende:
– Zorg ervoor dat er tijdens het reinigen of
tijdens het bijvullen van vloeistof geen
vloeistof in de koelkanalen loopt.
– Controleer de koelluchtinlaat en -uitlaat op
vuil en verwijder alle eventueel aanwezige
vuil.
®
-batterijen
56358042506 NL - 10/2018
www.duma-rent.com
Inzetbaarheid waarborgen
1
2
6321_003-126
5
357