4
ELEKTRISCHE AANSLUITINGEN
4
ELEKTRISCHE AANSLUITINGEN
4.1 VOORAFGAANDE CONTROLES
De elektrische aansluiting van de verschillende inrichtingen van
de automatisering (fotocellen, digitale toetsenborden, transpon-
derkaartlezers, enz.) op de besturingseenheid, moet gebeuren
door middel van het Bluebus-systeem van Nice. Zie voor de an-
dere aansluitingen de informatie die verderop wordt gegeven.
f
Alle elektrische aansluitingen moeten tot stand wor-
den gebracht terwijl de netspanning uitgeschakeld
en de bufferbatterij (als deze aanwezig is in de auto-
matisering) losgekoppeld is.
a
De aansluitwerkzaamheden mogen uitsluitend door
gekwalificeerd personeel worden uitgevoerd.
4.2 SCHEMA EN BESCHRIJVING VAN DE AANSLUITINGEN
4.2.1 Aansluitschema
7
FLASH
M1
M2
4.2.2 Beschrijving van de aansluitingen
Hieronder wordt de betekenis gegeven van de afkortingen die op de elektronische printplaat zijn gestanst ter hoogte van de betreffen-
de aansluitklemmen.
ELEKTRISCHE AANSLUITINGEN
Klemmen
Functie
Motor 1
Motor 2
6 – NEDERLANDS
OGI
24V 4W
EL
Bluebus
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12
Beschrijving
Aansluiting van de motor M1 [opmerking 1]
Aansluiting van de motor M2
f
Op het spanningsnet moet een voorziening worden
aangebracht die volledige loskoppeling van de auto-
matisering van de netvoeding verzekert.
– De stroomonderbreker moet een openingsafstand tus-
sen de contacten hebben die volledige afkoppeling
mogelijk maakt bij de condities die zijn vastgelegd voor
overspanningscategorie III, conform de installatieregels.
Wanneer nodig staat deze voorziening garant voor snel-
le, veilige loskoppeling van de voeding; daarom moet zij
op een punt worden aangebracht dat te zien is vanaf de
automatisering. Als de voorziening op een niet-zichtba-
re locatie wordt geplaatst, moet zij een systeem hebben
dat een eventuele onbedoelde of niet-geautoriseerde
heraankoppeling van de voeding blokkeert, zodat elk
gevaar wordt voorkomen.
TX
RX
Bluebus
Bluebus
Stop
SbS
Open
Close
NO
NC
8K2
NO
NO
NO
Kabeltype
3 x 1,5 mm
3 x 1,5 mm
NO
Tabel 2
2
2