Installatie
4.2
Montage van de warmtepomp
VOORZICHTIG
Beknellings- en verwondingsgevaar!
De warmtepomp kan kantelen, wanneer deze niet goed is verankerd.
▶ Veranker de warmtepomp op de vloer.
OPMERKING
Gevaar voor inbouw montageproblemen bij het opstellen op een
hellend oppervlak!
De condensafvoer en de werking worden nadelig beïnvloed.
▶ Waarborg, dat de hoek van de warmtepomp in de horizontel en verti-
cale richting niet meer dan is 1%.
▶ Gebruik het boorsjabloon afgedrukt op de accessoiredoos om de
bouten correct te positioneren.
▶ Stel de hoogte in met de stelvoeten zodanig dat de warmtepomp niet
kantelt.
▶ Schroef de warmtepomp op de ondergrond vast met daarvoor ge-
schikte schroeven.
1
2
Afb. 19 Borgen van de warmtepomp
[1]
4 stuks M10 X 120 mm (niet meegeleverd)
[2]
Grondbeugels
[3]
Vlak en sterk oppervlak, bijv. betonnen sokkel
12
3
0010039878-002
4.3
Installatie op sokkel
De warmtepomp kan op een sokkel worden geplaatst wanneer meer
ruimte ten opzichte van de vloer nodig is. Zie de accessoire-handleiding
voor meer informatie over de montage van de sokkel.
Afb. 20 Warmtepomp op sokkel
4.4
Installatie met montageset
De warmtepomp kan worden gemonteerd met een leiding- en isolatieset
voor zowel installatie op de vloer als op de wand. Zie de accessoire-
handleiding voor meer informatie over de montage van de set.
Afb. 21 Installatieset, vloermontage
AW 4 | 5 | 7 OR-S – 6721866763 (2023/11)
0010044597-001
0010044719-001