Inhoudsopgave 10.2 Bereik voor warmtepomp zonder Inhoudsopgave boosterverwarming ......28 10.3 Koelmiddelcircuit......29 Toelichting bij de symbolen en veiligheidsinstructies .
Toelichting bij de symbolen en veiligheidsinstructies Symbool Betekenis Toelichting bij de symbolen en veiligheidsin- Onderhoud door een gekwalificeerd persoon moet structies worden uitgevoerd volgens de instructies van de ser- vicehandleiding. Toelichting op de symbolen Volg voor de bediening de instructies van de gebrui- Waarschuwingen kershandleiding.
Met de CE-markering wordt de conformiteit van het product met alle toepasbare EU-voorschriften bevestigd, welke samen- hangen met het aanbrengen van deze markering. De volledige tekst van de conformiteitsverklaring is via internet beschik- baar: www.nefit-bosch.nl. AW 4 | 5 | 7 OR-S – 6721866763 (2023/11)
Productbeschrijving Veiligheidszone 2.8.2 Veiligheidszone, aan de muur gemonteerde warmtepomp Het product bevat koudemiddel R290 dat een hogere dichtheid heeft dan lucht. Wanneer een lekkage optreedt, verzamelt het koudemiddel zich dichtbij de grond. Daarom moet worden voorkomen dat het koude- middel zich kan ophopen in nissen, afvoeren, spleten, holle ruimten of andere lage delen van het gebouw.
Installatievoorbereiding Installatievoorbereiding Transport en opslag GEVAAR Levensgevaar door brand! Het product bevat brandbaar koudemiddel R290. Wanneer een lekkage optreedt, kan het koudemiddel een ontbrandbaar gas vormen vanwege vermenging met lucht. Er bestaat een risico voor brand en explosie. ▶ Het product moet worden opgeslagen in een goed geventileerde ruimte zonder constante ontstekingsbronnen (bijv.
Installatievoorbereiding Opstellingsruimte Indien de warmtepomp op een dak wordt geïnstalleerd, moet worden voldaan aan alle relevante landspecifieke en plaatselijke bouwvoor- schriften. Het kan gaan om windbelasting, statische beveiliging en bevei- liging tegen blikseminslag. Bovendien moeten de veiligheidszones in acht worden genomen (Hoofdstuk 3.3). ▶...
Installatievoorbereiding Vrije ruimten 0010038327-006 Afb. 16 Aanbevolen afstand tussen de warmtepomp en omliggende vaste objecten (mm) Minimale afstanden. De ruimte kan worden verminderd aan de houd er rekening mee dat dit kan leiden tot een hoger geluidsni- achterkant en één van de zijkanten of alleen aan de voorkant maar veau en/of minder thermische prestaties.
Installatievoorbereiding Waterkwaliteit Eisen aan het vul- en bijvulwater voor warmtebronnen gemaakt van aluminium en warmtepompen. Kwaliteitseisen voor het cv-water De waterkwaliteit van het vul- en bijvulwater is een wezenlijke factor 3,00 voor het verhogen van het rendement, de functionele betrouwbaarheid, 2,80 <...
Installatie Het is ook belangrijk de hoeveelheden bijvulwater te controleren en te Installatie documenteren via een debietmeter. Grotere en regelmatig vereiste hoe- veelheden bijvulwater wijzen op onvoldoende drukbehoud, lekken of OPMERKING een continue zuurstoftoevoer. Schade aan de warmtepomp door water! Antivriesmiddel Elektrische aansluitingen en elektronica kunnen beschadigd raken bij blootstelling aan water.
Installatie Montage van de warmtepomp Installatie op sokkel De warmtepomp kan op een sokkel worden geplaatst wanneer meer VOORZICHTIG ruimte ten opzichte van de vloer nodig is. Zie de accessoire-handleiding voor meer informatie over de montage van de sokkel. Beknellings- en verwondingsgevaar! De warmtepomp kan kantelen, wanneer deze niet goed is verankerd.
Installatie 0010044720-001 Afb. 23 Installatieset, wandhangend 0010047147-001 Afb. 22 Zij aanzicht met installatieset Montage van de buitenunit op de wand VOORZICHTIG Gevaar voor lichamelijk letsel! Het gebruik van verkeerde bevestigingselementen kan lichamelijk letsel tot gevolg hebben. ▶ Gebruik bevestigingselementen die geschikt zijn voor het wandmate- riaal voor de montage van de wandbeugels.
Hydraulische aansluiting Hydraulische aansluiting Wanneer ander materiaal dan PEX wordt gebruikt, is het volgende nodig: Leidingaansluitingen, algemeen ▶ Installeer een deeltjesfilter voor buitengebruik op de retourleiding van de warmtepomp, direct op de warmtewisselaar. OPMERKING ▶ Isoleer de deeltjesfilter net als de overige aansluitingen. Schade aan de installatie door resten in de leidingen! ▶...
Pagina 15
Hydraulische aansluiting 0010042509-003 Afb. 26 Installatie van de afvoeraansluiting Kabellus van de druipschaalverwarming Afvoerstomp 0010042191-001 Afb. 27 Condensafvoer in het riool/de hemelwaterafvoer Sifon AW 4 | 5 | 7 OR-S – 6721866763 (2023/11)
Hydraulische aansluiting Funderingsschema zonder sokkel <115 10 mm Afb. 28 Funderingsschema, alternatief 1 AW 4 | 5 | 7 OR-S – 6721866763 (2023/11)
Pagina 17
Hydraulische aansluiting 10 mm 1100 0010047404-007 Afb. 29 Funderingsschema, alternatief 2 Legenda voor afbeelding 28 en afbeelding 29: Condensaatafvoer Ø 100 mm eindigt in een vorstvrij oppervlak Afvoerslang voor het condensaat Betonfundering / vlakke fundering Buisisolatie Grondbeugels Aarde Compacte grindlaag 300 mm Kiezelbed AW 4 | 5 | 7 OR-S –...
Zijpaneel en transportbeveiliging Sluit de warmtepomp aan op de binnenunit Zijpaneel en transportbeveiliging OPMERKING ▶ Verwijder het zijpaneel. Materiële schade door te hoog draaimoment! Wanneer aansluitingen te vast worden aangetrokken, is schade aan de warmtewisselaar mogelijk. ▶ Bij de aansluitmontage maximaal een aandraaimoment van 150 Nm gebruiken.
Elektrische aansluiting Elektrische aansluiting OPMERKING Verkeerde werking door storingen! Sterkstroomleidingen (230/400 V) in de nabijheid van een communica- tiekabel kunnen storingen van de warmtepomp veroorzaken. ▶ Installeer de sensorkabels en afgeschermde CAN-BUS-kabel afzon- derlijk van voedingskabels. Minimale afstand 100 mm. Een gemeen- schappelijke installatie van BUS-kabel met sensorkabels is wel toegestaan.
Elektrische aansluiting Aansluiten van de warmtepomp Correcte trekontlasting van de elektrische bekabeling moet zijn gewaar- borgd. Gebruik kabelbinders voor het bevestigen van de kabels op de achterplaat van de schakelkast. ▶ Installeer de aansluitkabels door de kabelgoten. – Verwijder de rubberen tule van de buitenunit voor de betreffende kabel.
Pagina 21
Elektrische aansluiting CANBUS CAN-BUS Connection 24 V 230V/50Hz 1/N/PE 0010039885-006 Afb. 37 Aansluitkast CAN-BUS aansluiting Kabelbinders voor de kabels Aansluiting netspanning ≤120 mm ≤10 mm 0010048455-001 Afb. 38 Aders strippen aansluiting voedingsspanning AW 4 | 5 | 7 OR-S – 6721866763 (2023/11)
Elektrische aansluiting Accessoireverwarmingskabel aansluiten ▶ Zijafdekking wegnemen ▶ Verwarmingskabel conform de handleiding voor de accessoire naar de afvoerbuis installeren. ▶ Sluit de kabel aan conform afbeelding 39. Zorg voor correcte trekontlasting van de elektrische kabel. Gebruik voor de bevestiging van de kabel de kabelbinder op de plaat voor de bekabe- ▶...
Onderhoud Koelmiddel afvoeren Onderhoud GEVAAR Het verwijderen van koelmiddel is alleen nodig in speciale situaties. Levensgevaar door brand! ▶ Deze handeling mag alleen worden uitgevoerd door opgeleid perso- Het product bevat brandbaar koudemiddel R290. Wanneer een lekkage neel met kennis van de eigenschappen van en risico's verbonden aan optreedt, kan het koudemiddel een ontbrandbaar gas vormen vanwege het koelmiddel R290.
Milieubescherming en afvalverwerking Milieubescherming en afvalverwerking Milieubescherming is een ondernemingsprincipe van de Bosch Groep. Productkwaliteit, economische rendabiliteit en milieubescherming zijn gelijkwaardige doelen voor ons. Milieuwet- en regelgeving worden strikt nageleefd. Ter bescherming van het milieu passen wij, met inachtne- ming van bedrijfseconomische aspecten, de best mogelijke technieken en materialen toe.
Technische Informatie en protocollen Technische Informatie en protocollen 10.1 Technische gegevens - warmtepomp Eenheid 4 OR-S 5 OR-S 7 OR-S Vermogen conform EN 14511 Max. warmtevermogen met A -10/W35 3,63 5,45 5,86 COP bij A -10/W35 2,70 2,59 2,23 Max. warmtevermogen met A -7/W35 3,92 5,42 6,71...
Pagina 27
Technische Informatie en protocollen Gedetailleerd geluidsdrukniveau (max.) 5 OR-S Afstands- maat >3 m dB (A) <3 m dB (A) Nacht >3 m dB (A) Stille modus 1 <3 m dB (A) Nacht >3 m dB (A) Stille modus 2 <3 m dB (A) Nacht >3 m...
Technische Informatie en protocollen 10.2 Bereik voor warmtepomp zonder boosterverwar- ming In de verwarmingsmodus schakelt de warmtepomp uit bij ca. – 23 °C, of +45 °C buitentemperatuur. De binnenunit of een externe warmtebron neemt dan de verwarming en de productie van warm tapwater over. De warmtepomp start opnieuw als de buitentemperatuur ongeveer boven –...