Toelichting bij de symbolen en veiligheidsinstructies Symbool Betekenis Toelichting bij de symbolen en veiligheidsin- Onderhoud door een gekwalificeerd persoon moet structies worden uitgevoerd volgens de instructies van de ser- vicehandleiding. Toelichting op de symbolen Volg voor de bediening de instructies van de gebrui- Waarschuwingen kershandleiding.
EU-voorschriften bevestigd, welke samen- hangen met het aanbrengen van deze markering. De volledige tekst van de conformiteitsverklaring is via internet beschik- baar: www.bosch-thermotechniek.nl. Informatie over de warmtepomp AW OR is een warmtepomp bedoeld om te worden aangesloten op de binnenunit 12 M of 12 E.
Installatievoorbereiding Veiligheidszone 2.8.2 Veiligheidszone, op grond geplaatst warmtepomp vrij- staand of op plat dak Het product bevat hout koudemiddel R290 dat een hogere dichtheid heeft dan lucht. Wanneer een lekkage optreedt, verzamelt het koude- middel zich dichtbij de grond. Daarom moet worden voorkomen dat het koudemiddel zich kan ophopen in nissen, afvoeren, spleten, holle ruim- ten of andere lage delen van het gebouw.
Installatievoorbereiding De warmtepomp mag niet worden opgeslagen bij temperaturen onder – 30 °C of boven +60 °C. De warmtepomp moet zodanig worden opgeslagen dat deze niet mecha- nisch kan worden beschadigd. Gebruik de meegeleverde banden bij het transporteren van de warmte- pomp zonder verpakking.
Installatievoorbereiding ▶ Voor vrijstaande warmtepompen (niet dichtbij gebouwen of een ▶ Plaats de warmtepomp niet op een locatie waar de voorkant wordt dak): blootgesteld aan de wind. - Bescherm de inlaatzijde met een muur of iets dergelijks. ▶ De warmtepomp moet niet daar worden geplaatst waar risico bestaat dat grote hoeveelheden sneeuw of water vanaf het dak erop terecht kunnen komen.
Installatievoorbereiding Waterkwaliteit 3,00 Eisen aan de kwaliteit van het cv-water 2,80 < 100 kW 2,60 De waterkwaliteit van het vul- en bijvulwater is een wezenlijke factor voor < 50 kW 2,40 het verhogen van het rendement, de functionele betrouwbaarheid, de le- 2,20 vensduur en de bedrijfszekerheid van een cv-installatie.
Installatie Antivries VOORZICHTIG Gevaar voor lichamelijk letsel! Tijdens transport en installatie bestaat risico van beknellingsletsel. Tij- Niet geschikte antivriesmiddelen kunnen leiden tot schade aan de warm- dens het onderhoud kunnen interne onderdelen van het toestel warm tewisselaar of tot een storing in de warmtebron of de warmwatervoorzie- worden.
Installatie 0010044719-001 Afb. 19 Installatieset, vloermontage 0010039878-002 Afb. 17 Borgen van de warmtepomp 4 stuks M10 X 120 mm (niet meegeleverd) Grondbeugels Vlak en sterk oppervlak, bijv. betonnen sokkel Installatie op sokkel De warmtepomp kan op een sokkel worden geplaatst wanneer meer ruimte ten opzichte van de vloer nodig is.
Installatie Montage van de buitenunit op de wand VOORZICHTIG Gevaar voor lichamelijk letsel! Het gebruik van verkeerde bevestigingselementen kan lichamelijk letsel tot gevolg hebben. ▶ Gebruik bevestigingselementen die geschikt zijn voor het wandmate- riaal voor de montage van de wandbeugels. >250 0010042575-003 Afb.
Hydraulische aansluiting 10 mm 1086 0010047404-005 Afb. 24 Funderingsschema, alternatief 2 warmtepomp en binnenunit, om vreemde deeltjes daaruit te verwij- Hydraulische aansluiting deren. Leidingaansluitingen, algemeen OPMERKING OPMERKING Materiële schade door vorst en UV-straling! Schade aan de installatie door resten in de leidingen! Bij stroomuitval kan het water in de leidingen bevriezen.
Hydraulische aansluiting Isolatie/pakkingen. ▶ Alle verwarmingsleidingen moeten worden uitgerust met passende thermische isolatie conform de geldende normen. ▶ Bij koelmodus moeten alle aansluitingen en leidingen conform de gel- dende normen worden geïsoleerd, om condensatie te voorkomen. ▶ Isoleer de wandisolatie. Afmetingen van de leidingen conform de instructies (installatie-in- structie voor de binnenunit).
Zijpaneel en transportbeveiliging ▶ Zet de leidingaansluitingen van de warmtegeleider vast met 120 Nm aandraaimoment. Gebruik een tweede sleutel voor het tegenhouden bij het vastzetten. Wanneer de aansluiting niet goed afdicht, kan deze tot max. 150 Nm worden vastgezet. Wanneer de aansluiting nog steeds niet goed af- dicht, is dit een teken voor beschadiging van de pakkingen van de aansluitleidingen.
Elektrische aansluiting ▶ Open de koudemiddelmodule. ▶ Kies geleiderdiameters en kabeltypes overeenkomstig de desbetref- fende beveiligingen en de installatiewijze. ▶ Sluit de warmtepomp aan conform het aansluitschema. Er kunnen geen andere gebruikers worden aangesloten. ▶ Installeer een afzonderlijke aardlekschakelaar conform de geldende nationale normen.
Elektrische aansluiting De CAN-BUS-kabel heeft twee paar getwiste aders. Vcc en GND is één paar, H en L is het tweede paar. Maximale striplengte kabelisolatie voor alle kabels is 120 mm. Maximale aderstriplengte ligt tussen 8-10 mm. ≤120 mm ≤10 mm 0010041915-001 Afb.
Pagina 19
Elektrische aansluiting CANBUS 0010039885-005 Afb. 35 Aansluitkast CAN-BUS aansluiting Kabelbinders voor de kabels Aansluiting netspanning ≤120 mm ≤10 mm 0010050294-001 Afb. 37 Aansluiting verwarmingskabel (accessoire) 0010048455-001 Afb. 36 Aders strippen aansluiting voedingsspanning AW 4 | 5 | 7 OR-S – 6721866763 (2023/06)
Onderhoud ▶ Draag persoonlijke beschermingsmiddelen. Onderhoud ▶ Beschik over een brandblusser. ▶ Gebruik alleen gereedschap en apparatuur die voor koelmiddel R290 GEVAAR zijn goedgekeurd. Levensgevaar door brand! ▶ Het product bevat brandbaar koudemiddel R290. Wanneer een lekkage ▶ Volg de veiligheidsinstructies [6721836841] hoe het koudemiddel uit het product moet worden afgevoerd.
Voor meer informatie over de milieuvriendelijke verwijdering van afge- Milieubescherming en afvalverwerking dankte elektrische en elektronische apparatuur kunt u contact opnemen Milieubescherming is een ondernemingsprincipe van de Bosch Groep. met de plaatselijke autoriteiten, uw afvalverwerkingsbedrijf of de verko- Productkwaliteit, economische rendabiliteit en milieubescherming zijn per bij wie u het product hebt gekocht.
Pagina 22
Technische Informatie en protocollen Eenheid 4 OR-S 5 OR-S 7 OR-S Max. koelvermogen bij A35/W7 3,03 3,67 3,88 EER bij A35/W7 2,56 2,49 2,44 Max. koelvermogen bij A35/W18 4,36 5,25 5,50 EER bij A35/W18 3,37 3,20 3,11 Koelvermogen bij A35/W18, nominaal 2,93 3,47 3,82...
Pagina 23
Technische Informatie en protocollen Gedetailleerd geluidsdrukniveau (max.) 4 OR-S Afstands- maat >3 m dB (A) <3 m dB (A) Nacht >3 m dB (A) Stille <3 m dB (A) modus Nacht >3 m dB (A) Stille <3 m dB (A) modus Nacht >3 m...
Pagina 24
Technische Informatie en protocollen Gedetailleerd geluidsdrukniveau (max.) 7 OR-S Nacht >3 m dB (A) Stille <3 m dB (A) modus Nacht >3 m dB (A) Stille <3 m dB (A) modus Nacht >3 m dB (A) Stille <3 m dB (A) modus 1) Warmtepomp op meer dan 3 m afstand van de wand 2) Warmtepomp op minder dan 3 m afstand van de wand...
Technische Informatie en protocollen 10.2 Bereik voor warmtepomp zonder boosterverwar- ming In de verwarmingsmodus schakelt de warmtepomp uit bij ca. – 23 °C, of +45 °C buitentemperatuur. De binnenunit of een externe warmtebron neemt dan de verwarming en de productie van warm tapwater over. De warmtepomp start opnieuw als de buitentemperatuur ongeveer boven –...