(6)
Functiewijzigingstoetsen
Met deze toetsen selecteert u welke functie wordt
weergegeven in het opdrachtstatusscherm.
U kunt de status van kopieeropdrachten controleren door
te drukken op de toets [Afdrukopdr.].
(7)
Opdrachtenlijst (scherm uitgevoerde opdrachten)
Hier worden maximaal 99 uitgevoerde opdrachten
weergegeven. Het resultaat (status) van elke uitgevoerde
opdracht wordt weergegeven. Kopieeropdrachten die
worden gebruikt in de documentarchiveringsfunctie,
worden aangegeven als toetsen.
Informatie over het spool scherm vindt u in de Printerhandleiding.
Weergave opdrachttoetsen
Elke opdrachttoets geeft de positie van de opdracht in de opdrachtwachtrij en de huidige status van de opdracht weer.
(1)
Geeft het nummer (de positie) van de opdracht in de
wachtrij aan.
Als de momenteel verzonden opdracht is voltooid, schuift
de opdracht één positie omhoog in de wachtrij.
(2)
Moduspictogram
Het pictogram
verschijnt wanneer de opdracht een
kopieeropdracht is.
(3)
Opdrachtnaam
"Kopieren" verschijnt als het een kopieeropdracht betreft.
Wanneer de gebruikersauthenticatie is ingeschakeld,
verschijnt de naam van de gebruiker die deze opdracht
uitvoerde.
(4)
Aantal kopieën (sets) dat is opgegeven
Deze toets laat zien hoeveel kopieën zijn ingesteld.
(5)
Aantal uitgevoerde kopieën
Deze toets laat zien hoeveel kopieën (sets) zijn
uitgevoerd.
Terwijl de taak in de opdrachtwachtrij staat, verschijnt
"000".
Kopieren
(1) (2)
(3)
(8)
Toets [Details] (scherm uitgevoerde opdrachten)
Wanneer een opdracht in de opdrachtenlijst wordt
weergegeven als toets, kunt u op de toets [Details]
drukken om uitvoerige informatie over de opdracht weer
te geven.
(9)
Toets [Oproep]
Druk op deze toets om een kopieeropdracht die is
opgeslagen met de functie documentarchivering op te
roepen en te gebruiken.
020 / 000
Wachten
(4)
(5)
(6)
Opdrachtstatus
Deze toets geeft de opdrachtstatus weer.
Bericht
"Kopieren"
"Wachten"
"Papier
Op"
"Fout"
50
(6)
Status
Bezig met kopiëren.
De opdracht wacht op afdruk.
Het papier dat voor deze opdracht
wordt gebruikt, is op. Vul het papier
aan of schakel om naar een andere
papierlade.
Tijdens het uitvoeren van de
opdracht heeft zich een fout
voorgedaan. Verhelp de oorzaak van
de fout.