14
• Als u afdrukken in kleur hebt geselecteerd, drukt u op de toets [STARTEN KLEUR] (
geselecteerd, als u op de toets [STARTEN ZWART-WIT] (
• Als het stempel in kleur wordt afgedrukt op een zwart-witkopie, wordt de kopie meegeteld in de kleurentelling.
Als u het scannen van het origineel en het kopiëren wilt annuleren...
Drukt u op de toets [STOP] (
U kunt de stempeltekst niet bewerken.
• Als u het stempel wilt annuleren...
Drukt u op de toets [Annuleren] in het scherm van stap 4.
• Als u het stempel in de stempelinstelling wilt annuleren...
Drukt u op de toets [Annuleren] in het scherm van stap 6.
PAGINANUMMERS AFDRUKKEN OP KOPIEËN
(Paginanummering)
U kunt paginanummers afdrukken op kopieën.
U kunt de positie, de kleur, de notatie en een paginanummer selecteren voor paginanummering.
Paginanummer afdrukken middenonder op het papier.
1
of
).
Druk op de toets [STARTEN KLEUR]
(
) of [STARTEN ZWART-WIT] (
Het kopiëren begint.
• Als de originelen in de origineelinvoerlade zijn geplaatst,
worden de originelen gekopieerd.
• Als u de glasplaat gebruikt, kopieert u één pagina tegelijk.
Gebruikt u de sorteerfunctie of een andere functie waarvoor
alle originelen moeten worden gescand voordat de kopieën
worden afgedrukt, dan moet u voor de overige originelen
dezelfde toets [STARTEN] gebruiken waarmee u het eerste
origineel hebt gescand.
drukt, wordt de stempel afgedrukt in zwart-wit.
1
2
3
Plaats het origineel.
Plaats het origineel met de bedrukte zijde omhoog in de
origineelinvoerlade of met de bedrukte zijde omlaag op de
glasplaat.
110
).
). Ook al hebt u kleur