Gebruiksaanwijzing Graseby MS 16A en MS 26 spuitpompen
Tijdens het toedienen
Aanbevolen wordt om procedures op te stellen voor regelmatige controle van de
voortgang van de toediening. Patiënten, familieleden of andere verzorgers, evenals
verpleegkundigen en artsen moeten op de hoogte worden gebracht van enkele eenvoudig
uit te voeren controlemethoden.
Deze controles dienen om te bevestigen dat:
•
de dosis naar verwachting wordt toegediend,
•
de ingestelde snelheid de juiste waarde is,
•
het indicatielampje knippert (en de batterij dus niet leeg is),
•
de spuitpomp in goede staat verkeert.
Ook moeten zij weten wat moet worden gedaan en met wie contact moet worden
opgenomen in een noodsituatie.
Het gebruik van de functie voor aanvullende dosis op de
Graseby MS 26 spuitpomp
Om een kleine aanvullende dosis (bolus) medicijnen toe te dienen, kan de START-/
BOLUSKNOP worden ingedrukt en het aantal pieptonen worden geteld. Bij iedere
pieptoon wordt de plunjer van de injectiespuit een vaste afstand verder geduwd. Iedere
pieptoon komt overeen met 0,23 mm beweging van de plunjer.
Hier volgt een voorbeeld:
De MS 26 is ingesteld om gedurende een periode
van 24 uur 50 mg diamorfi ne toe te dienen.
Hiervan is een oplossing bereid en de injectiespuit
is tot 48 mm gevuld. De snelheid is ingesteld op
48.
Voor iedere mm die de plunjer van de injectiespuit vooruit schuift, ontvangt de patiënt
ongeveer 1 mg (50 mg ÷ 48 mm) diamorfi ne.
Wanneer de BOLUSKNOP gedurende 4 pieptonen wordt ingedrukt, schuift de plunjer 4
x 0,23 mm, waarbij ongeveer 1 mg medicijnen wordt toegediend.
Onthoud dat voor iedere mm die de plunjer wordt ingedrukt met behulp van de
BOLUSKNOP, de toedieningstijd verkort wordt, zoals in dit voorbeeld:
Tip: als er aanvullende doses worden gegeven, vergroot dan de totale hoeveelheid
medicijnen in de injectiespuit.
22
(1 ÷ 48) mm x 24 uur = 30 minuten)