Gebruiksaanwijzing Graseby MS 16A en MS 26 spuitpompen
De spuitpomp starten
Voordat u de toediening start, kunt u aan de hand van deze checklist controleren of alles
op de juiste wijze is ingesteld:
•
De juiste spuitpomp wordt gebruikt: MS 16A of MS 26.
•
Er is een injectiespuit van een goedgekeurd merk en van de juiste maat
aangebracht.
•
De injectiespuit is stevig bevestigd.
•
De injectiespuit is gevuld met de juiste hoeveelheid medicijn.
•
De juiste snelheid is ingesteld - controleer de getallen in de vensters.
•
De beschermhuls is (indien nodig) op de juiste wijze aangebracht.
Alles moet nu gereed zijn om te starten. Start de spuitpomp altijd op deze manier om te
controleren of het veiligheidssysteem en het alarm goed werken.
1.
Houd de STARTKNOP ingedrukt. De motor zal draaien en stoppen na:
5 seconden bij een MS 16A
2.
Vervolgens gaat het alarm af. Het alarm houdt nog ongeveer 15 seconden aan
als de knop niet wordt losgelaten.
LET OP: gebruik de spuitpomp niet wanneer de motor niet stopt en/of het alarm
niet afgaat. Zie de paragraaf over onderhoud voor advies over wat u in deze
situaties kunt doen.
3.
Wanneer u de knop loslaat wordt de spuitpomp gestart.
4.
Het indicatielampje begint te knipperen:
Iedere seconde
op de MS 16A
Tip: als het lampje niet knippert, plaats dan een nieuwe batterij (zie pag. 25).
5
5
mm PER
GMO312-A
LET OP: de patiënt krijgt een kleine hoeveelheid medicijn toegediend wanneer de
plunjer van de injectiespuit naar voren wordt geduwd tijdens de veiligheidscontrole.
Wanneer dit niet wenselijk is, kunt u wachten met de uiteindelijke aansluiting op de
patiënt tot u de STARTKNOP weer hebt losgelaten.
10 seconden bij een MS 26
Iedere 25 seconden
op de MS 26
21