Zoek vervolgens de Snelheidsensor (104) en de
Magneet (102) aan de linkerkant van de Katrol
(49). Draai de Katrol tot de Magneet is uitgelijnd
met de Snelheidssensor. Zorg dat het gat tussen
de Magneet en de Snelheidssensor ongeveer 3
mm is. Draai indien nodig de #8 x 3/4" Schroef met
Trosvormige Kop(14), beweeg de Snelheidssensor
iets, en draai de Trusskop Schroef weer vast.
Maak de Motorkap weer vast (zie boven), en
laat de loopband een paar minuten lopen om te
controleren of de snelheid juist wordt afgelezen.
SYMPTOOM: De helling van de loopband verandert
niet juist
Bovenaanzicht
3 mm
104
14
a. Houd de toets Stop en de toets Speed (snelheid)
verhogen ingedrukt, steek de sleutel in het
bedieningspaneel en laat dan de toets Stop en de
toets Speed verhogen los. Druk vervolgens op de
toets Stop en druk dan op de toets Incline (helling)
verhogen of verlagen. De loopband zal automatisch
naar het maximum hellingniveau stijgen en dan
naar het minimumniveau terugkeren. Hierdoor zal
het hellingsysteem opnieuw geijkt worden. Druk op
de toets Stop en daarna weer op de toename of
afnametoets Incline als het hellingsysteem niet
met ijken gaat beginnen. Trek de sleutel uit het
bedieningspaneel als het hellingsysteem geijkt is.
SYMPTOOM: De loopband vertraagt wanneer er op
gelopen wordt
a. Mocht een verlengsnoer nodig zijn gebruik dan
alleen een 3 conductor, maat 14 (1 mm
1,5 meter of korter.
b. Als de loopband te strak staat draait de loopband
langzamer en kan het loopvlak zelfs bescha
digd worden. Verwijder de sleutel en TREK DE
STROOMKABEL UIT. Draai beide schroeven van
de ruststandrol met de inbussleutel een kwartslag
tegen de klok in. Als de loopband goed vastligt
moet u elke rand van de loopband 5 tot 7 cm van
het loopoppervlak kunnen optillen. Zorg ervoor dat
de band in het midden blijft liggen. Haal dan de
stekker uit het stopcontact. Plaats de sleutel en laat
de loopband een paar minuten lopen. Herhaal tot
de loopband goed vastzit.
102
49
c. Uw loopband is voorzien van een band die al
met een hoogwaardig smeermiddel is behandeld.
BELANGRIJK: Behandel de loopband of het
loopvlak nooit met siliconenspray of enig ander
substantie tenzij dit door een erkende onder-
houdsmonteur wordt aangegeven. Dergelijke
substanties kunnen de kwaliteit van de loop-
band verslechteren en leiden tot overmatige
slijtage. Zie de kaft van deze handleiding als u
vermoedt dat de loopband aanvullende smering
nodig heeft.
d. Zie de kaft van deze handleiding als de loopband
nog steeds vertraagt als erop gelopen wordt.
) snoer van
2
27
b
5–7 cm
Schroeven van de Ruststandrol