Monteren
4.3 Montage-instructies
via de meegeleverde G1-tegenmoer van kunststof. Zie voor de aanbevolen afstand
tot de wand het hoofdstuk " Montagevoorschriften".
Figuur 4.1
4.3
Montage-instructies
Inbouwpositie
Monteer het instrument op een positie, die minimaal op 200 mm afstand van de
tankwand ligt. Wanneer het instrument in het midden van tanks met bol of rond
dak wordt gemonteerd, kunnen veelvoudige echo's ontstaan, die echter door een
inregeling kunnen worden onderdrukt (zie hoofdstuk " Inbedrijfname").
Wanneer u deze afstand niet kunt aanhouden, moet u bij de inbedrijfname een
stoorsignaalonderdrukking uitvoeren. Dit geldt vooral, wanneer aanhechtingen
op de tankwand te verwachten zijn. In dit geval verdient het aanbeveling, de
stoorsignaalonderdrukking op een later tijdstip wanneer de aanhechting aanwezig is,
te herhalen.
Figuur 4.2
Referentievlak
Het midden van de antennelens is het begin van het meetbereik en tegelijkertijd het
referentievlak voor de min.-/max.-inregeling, zie volgende afbeelding.
12
Montage via een montagehoekstuk
Montage van de radarinstrument op ronde tankdaken
LR110, Modbus
Bedieningsinstructies, 10/2023, A5E49829013