2.6 Onderhoud
• Reparatie, onderhoud en reiniging evenals het verhelpen van functiestoringen zijn alleen
toegestaan bij uitgeschakelde aandrijving en stilstaande motor! Trek de contactsleutel uit het
contactslot!
• Controleer moeren en schroeven regelmatig en trek deze - indien nodig -weer vast!
• Gebruik bij werkzaamheden aan het opgetilde apparaat altijd de daarvoor geschikte
steunelementen als beveiliging!
• Gebruik bij het verwisselen van werktuigen met messen altijd het geschikte gereedschap en
handschoenen!
• U dient voor de correcte afvoer van olie, vet en filters te zorgen!
• Onderbreek altijd eerst de stroomtoevoer voordat u aan de elektrische installatie gaat werken!
• Bij elektrische laswerkzaamheden aan de tractor en aangebouwde apparatuur moet u de kabels
aan de generator en de accu afklemmen!
• Bij gasreservoirs mag u alleen stikstof gebruiken om bij te vullen - explosiegevaar!
• Vervangdelen moeten tenminste voldoen aan de door de apparaatfabrikant gestelde technische
eisen! Gebruik dus omwille van uw eigen veiligheid alleen originele vervangdelen!
2.7 Aanvullende aanwijzingen: mechanische drilmachines
• Houd tijdens de afdraaiproef rekening met gevarenzones door draaiende en oscillerende
machinedelen!
• Gebruik de treevlakken alleen bij het vullen. Tijdens het bedrijf is meerijden verboden!
• Bescherm of verwijder de taatsschijven van de vooraanslagmarkering bij het wegtransport!
• Volg bij het vullen van de zaadkast de aanwijzingen van de apparaatfabrikant op!
• Vergrendel de spoortrekker in de transportstand!
• Leg geen delen in de zaadkast - de roeras draait ook bij het rangeren!
• Houd u aan de voorgeschreven vulhoeveelheid!
7