Zorg ervoor dat de netwerkrouter, -hub of -switch is ingeschakeld en dat het netwerk juist
●
functioneert.
Als uw computer of het apparaat is verbonden met een draadloos netwerk, kan een zwak
●
signaal of een storing van het signaal uw afdruktaken vertragen.
4.
Als u een firewall op de computer gebruikt, blokkeert dit systeem mogelijk de communicatie met
het apparaat. Probeer de firewall tijdelijk uit te schakelen om te kijken of deze het probleem
veroorzaakt.
Stap 3: Controleer op het bedieningspaneel of er een foutbericht
wordt weergegeven
Als alles goed is, wordt op het bedieningspaneel aangegeven dat het apparaat gereed is. Probeer, als
er een foutbericht wordt weergegeven, de fout op te lossen.
Stap 4: Het papier controleren
1.
Controleer of het gebruikte afdrukmateriaal aan de specificaties voldoet.
2.
Controleer of het papier juist is geplaatst in de invoerlade.
Stap 5: De software controleren
1.
Zorg dat de productsoftware goed is geïnstalleerd.
2.
Controleer of u de printdriver voor dit product hebt geïnstalleerd. Controleer het programma om te
zien of u de printdriver voor dit product gebruikt.
Stap 6: Test de afdrukfunctie
1.
Druk een configuratiepagina af.
2.
Als de pagina niet wordt afgedrukt, moet u controleren of de invoerlade papier bevat.
3.
Als het papier vastloopt in het apparaat, dient u de storing te verhelpen.
Stap 7: De tonercartridge controleren
Druk een pagina met de status van de benodigdheden af en controleer de resterende levensduur van
de tonercartridges.
NLWW
Controlelijst voor het oplossen van problemen
85